zaken. Eind vorig jaar hebben we ons systeem van 'beoordelen en belonen' op de helling gezet. Daarbij heeft de OR heel wat kritiek geleverd, waar de werkgever z'n voordeel mee heeft gedaan. Zo zullen we voortaan beter letten op de interne communicatie bij zo'n proces, in ieder geval door onze afdeling Communicatie al in een vroeg stadium bij een dergelijke verandering te betrekken.' De Feiter, over dezelfde vraag: 'Nou, dat kan nog wel beter. We zijn nog teveel volgend; we geven onze mening over iets wat de werk gever op tafel legt. Maar ik zou ook graag met ideeën komen, vanuit een kritische houding initiatief nemen tot verbetering. We hebben de afgelopen jaren wel geprobeerd die weg in te slaan, maar de OR staat nog heel duidelijk aan het begin van die weg. Hier ligt een geweldige uitdaging voor de nieuwe OR.' Omkoperij Wat heeft de werkgever over voor een goed functionerende OR? Marco de Feiter: 'Naar mijn idee telkens meer. Gemiddeld heeft een OR-lid een halve dag per week nodig voor zijn OR-werk; daar wordt niet over gemekkerd. Soms wel door de direct-leidinggevende, want die is uren kwijt. Tot nu toe moet-ie dat maar zien op te lossen. Maar het is aan het manage mentteam om dat te begeleiden. Verder zorgt de werkgever voor allerlei faciliteiten. Vorig jaar zijn we op een cursus voor ondernemings raden geweest, bijvoorbeeld.' De Visser: 'Een geldelijke vergoeding voor OR-leden? Abso luut onbespreekbaar, niet vanwege 'zunig- heid', maar dat riekt toch heel sterk naar omkoperij?!' april 2002 Leidinggevenden Beetje tevreden over de samenstelling van de huidige OR? Worden bepaalde categorieën gemist? Marco de Feiter: 'Het mooiste is natuurlijk een OR waarin al onze sectoren evenredig zijn vertegenwoordigd; momenteel is de sector Waterbeheer wel erg aanwezig. Op zich niet erg, maar daardoor ontbreekt het wel eens aan andere inhoudelijke inbreng, bij voorbeeld op het gebied van financiën. De ver houding binnen- en buitendienst is goed. We bestaan uit zeven mannen en maar één vrouw - maar dat is wel een tamelijk goede afspiege ling van het totale personeelsbestand, denk ik. Van de acht is er maar één leidinggevende, dat vind ik jammer, maar 'k heb geen idee wat je daaraan moet doen. Het zal er vooral mee te maken hebben dat een afdelingshoofd in de OR niet goed weet welke pet hij op heeft.' De Visser: 'Dat is inderdaad het probleem en het valt ook niet mee voor zo iemand in een bepaalde situatie: kies ik voor de werkgever ofwel de organisatie of kies ik voor mijn men sen? Toch zou ik het heel goed en dapper vin den als afdelingshoofden zich kandidaat zou den stellen. Als ze vervolgens gekozen wor den, zal ik ze er niet op afrekenen, om maar eens een vaag, gevleugeld woord te gebrui ken.' Idealisten Stel: er zijn te weinig kandidaten, dus geen verkiezingen. Nog minder of zelfs geen kandi daten: geen OR. Wat zegt dat? De Visser: 'Te weinig kandidaten kan drie dingen beteke nen. Ten eerste: iedereen denkt dat 't wel goed gaat bij Zeeuwse Eilanden, een OR is niet nodig. Dat vind ik heel gevaarlijk. Ten tweede kan 't betekenen dat potentiële kandidaten denken: De Visser heeft 'ttoch voor 't zeggen; ik ga geen energie verspillen in de OR. Dat is laf. En ten derde kan het een uiting van de tijdgeest betekenen: alleen iets doen waar je zelf beter van wordt. Je wordt er inderdaad niet wijzer van in financiële zin en een OR-lid- maatschap vergroot je carrièrekansen niet. Het is idealistisch werk. En ook Zeeuwse Eilanden heeft idealisten nodig.'

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2002 | | pagina 9