Nieuw kantoor
midden in de
maatschappij
Het huidige waterschapskantoor aan de
Goese Piet Heinstraat ademt een gesloten
sfeer uit. Aan de buitenzijde van het gebouw
is het spiegelende glas hier debet aan.
Kenmerkend voor de binnenkant is de zoge
naamde 'cellenstructuur'. Veel medewerkers
hebben een eigen kamer of delen die met z'n
tweeën. Slechts af en toe delen drie of meer
collega's een kamer. 'Als waterschap willen
we juist niet als een gesloten organisatie
overkomen,' zegt secretaris-directeur Joan de
Visser. 'We zijn een organisatie die midden in
de maatschappij staat en dat mag best gezien
worden.'
In het ontwerp van het nieuwe kantoor is
daarom veel aandacht voor openheid. De
Visser: 'In het ontwerp zie je dat direct terug.
De openbare ruimten op de begane grond
zijn ruim opgezet met veel glas. Zo krijgt de
bezoeker het idee welkom te zijn. De publieke
functie van het waterschap gaan we in
Middelburg veel meer benadrukken.
Momenteel bekijken we of het mogelijk is
om het bedrijfsrestaurant ook open te stellen
voor bezoekers, reizigers of toevallige passan
ten. Zo kunnen we de gastvrijheid van het
waterschap nog eens benadrukken. En het
restaurant en onze av-zaal zouden bijvoor
beeld ook verhuurd kunnen worden aan
derden. De av-zaal is in een handomdraai
om te toveren tot congreszaal met plaats voor
zo'n 120 mensen. Met de garderobe en foyer
erbij is het een prima faciliteit voor derden.
Bijkomend voordeel is dat het gebouw dan
ook 's avonds in gebruik is en dat draagt weer
bij aan de sociale veiligheid. Over sociale vei
ligheid gesproken, rondom het gebouw bren
gen we veel verlichting aan zodat het gebied
's avonds aantrekkelijk oogt.' Ook op de ver
diepingen hoger in het gebouw is openheid
troef. Lange gangen met kleine kantoor
kamertjes zijn uit den boze. Die behoren in
2003 tot het verleden van Zeeuwse Eilanden.
De secretaris-directeur van Zeeuwse Eilanden:
'Slechts enkelen zullen in het nieuwe kantoor
nog over een eigen kamer beschikken. Voor
de meesten geldt dat zij met meerdere men
sen een ruimte gaan delen. Dit komt mijns
inziens ten goede aan de openheid en dyna
mische uitstraling van het waterschap. De
opzet van de sectoren is de kapstok voor
de invulling van de ruimten.
Per afdeling komen mensen bij elkaar te zit
ten. Uiteraard zijn er uitzonderingen. Daarom
noemen we ons kantoorconcept een combi
natiekantoor, waarin verschillende opties tot
de mogelijkheden behoren. Tussen de afde
lingen vormen overlegkamers en werkcellen
opvallende onderbrekingen. Door deze voor
zieningen her en der over de verdieping te
spreiden ontstaat een speelse vormgeving.
Voordelen van dit kantoorconcept zijn dat de
beschikbare ruimte optimaler benut kan wor
den, dat aanpassingen eenvoudiger doorge
voerd kunnen worden en dat uitbreiding
makkelijker te realiseren is. In het geval van
een cellenkantoor ben je gebonden aan een
vast stramien en dat beperkt het waterschap
in zijn bewegingsvrijheid en openheid.'