Helder als Heidens over de keur waterkeringszorg isips*" door Hannie Kool In april 2000 zal de keur waterkeringszorg in de algemene vergadering van het waterschap worden behandeld. Een belangrijk moment. Keuren zijn niet dik gezaaid in de waterschapswereld, want als overheid moet je je wet gevende macht niet te lichtvaardig gebruiken. Bovendien was het tot nu toe de provincie die de zaken regelde. Met de waterschapswet van 1992 kwam de bevoegdheid tot het regelen en het bestuur van de aan het waterschap opgedragen taken nadrukkelijker bij het waterschap zelf terecht. En dus ook de mogelijkheid om in keuren regels te stellen die nodig zijn voor de taak uitoefening van de waterkeringszorg. Daarom besteedt de Waterwerker speciale aandacht aan een bijzondere gebeurtenis. De keur waterkeringszorg vervangt de oude provinciale verordening waterkering en waterbeheersing Zeeland (VwwZ). Binnen het waterschap was deze verordening uit gewerkt in een reeks beleidsnota's, op basis waarvan ontheffingen werden verleend of geweigerd. Het ging daarbij met name om de regels omtrent de bebouwing op stranden, het leggen van pijpleidingen, het leggen van kabels, het rapen van schelpdieren, het vissen van schelpen en uiteraard de algemene uit gangspunten om ontheffingen te beoorde len. Ook had het oude waterschap Tholen nog een eigen keur uit 1984, waarin regels waren opgesteld voor het betreden van dijken. Destijds heeft Tholen via deze keur sturing gegeven aan de toenemende recre atie op het eiland. Vanuit beheerstechnische redenen kon men zo bepaalde dijkvakken sluiten voor de groeiende stroom toeristen die op de dijk spitten, stokken prikten, tentpinnen sloegen, afval achterlieten, met brommers crosten of simpelweg in de zon lagen. Met de invoering van de nieuwe keur in 2000, nadat de algemene vergadering daartoe in april zal hebben besloten, verval len alle oude regelingen. Wilgerd Heidens, afdelingshoofd Planvorming Waterkeringen van het waterschap, heeft zich al maanden met het opstellen van de keur beziggehou den en zal ook daarna nog het werk op zich nemen om die te concretiseren en uit te werken in nieuwe beleidsnota's. Want hoe ga je met de keur om? Hoe breng je de mensen op de hoogte van de keur? Hoe handel je met geboden en verboden, met aanvragen voor ontheffingen? De hamvraag Allereerst natuurlijk de hamvraag: Wat is er nieuw aan de keur? Wilgerd Heidens noemt als eerste de modernisering van de verouder de provinciale verordening. Aanpassing van de verordening zelf was niet zo logisch, omdat zowel de regering als het parlement vonden dat het waterschapsbestuur maar liever zijn eigen regels moest formuleren en niet de provincie. Het waterschap heeft immers de waterkeringszorg opgedragen gekregen en moet de regels ook uitvoeren. Helder en duidelijk. Tegelijk zijn er enkele gaten gedicht en onduidelijkheden weg gewerkt. Het was bijvoorbeeld op grond van de oude verordening niet klip en klaar of het waterschap eigenlijk wel het betreden van de duinen mocht verbieden. Dat deed het water schap natuurlijk toch wel, maar op grond van onduidelijke artikelen. Ook biedt de keur meer mogelijkheden als er bepaalde belan gen behartigd moeten worden. Voorheen gaf de verordening aan hoe de regels moesten zijn vanuit het strikte en eenduidige uit gangspunt: 'als de waterkering maar niet omvalt'. Alles wat van belang was voor een stevige dijk kon en mocht, maar andere belangen waren buiten beeld. Nu kan het waterschap ook andere belangen laten mee wegen en is een veel flexibeler kustbeheer mogelijk. Heidens: 'Dat is een grote winst, want juist bij de duinen heb je veel meer ruimte voor een flexibel kustbeheer nodig'. ■'XiSMtiiia waterwerker 8 maart 2000

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2000 | | pagina 8