Drie-eilandengebied, die ijlings een plan ont
wikkelden dat de basis werd voor het nieuwe
recreatieschap Veerse Meer, opgericht in
1964. Men wilde de ontwikkelingen van het
nieuwe gebied in goede banen leiden: een
goede afstemming tussen recreatie, gebruik
van drooggevallen gronden, natuurbescher
ming en zelfs proeven voor oesterteelt (die
overigens niet zijn doorgegaan). Zuinig
omgaan met deze 'gift van de natuur' stond
hoog in het vaandel. Het recreatieschap was
overigens niet uniek in zijn soort. Ook de
Grevelingen kreeg zo'n schap, evenals de
Braakman en zelfs werd er een Kanaalschap
opgericht, dat de recreatie in De Eendracht
bij Tholen in goede banen moest leiden.
Wie, wat, hoe
Bebossing, beplanting, inrichting van de
drooggevallen grond, aanleg van speel- en lig-
weiden, wandel- en fietspaden, toeristische
autoroutes en het bevaarbaar maken van het
meer vergden forse investeringen. Vaargeulen
werden verdiept, eilandjes werden opgespo
ten. Alleen de Haringvreter en de Middel
platen zijn natuurlijke eilanden, de rest is alle
maal 'gemaakt'. Staatsbosbeheer plantte ruim
twintig hectare bos in, dat ondanks de harde,
zoute zeewind goed is gegroeid. In tweede
instantie waren aanvullende voorzieningen
nodig die de streek aantrekkelijk moesten
maken: kampeerterreinen, bungalowbedrij-
ven, pensions, hotels, vakantiehuisjes, jachtha
vens en botenhuizen. Voor tientallen miljoe
nen guldens zijn voorzieningen aangelegd,
waaraan het Rijk zeker vijf miljoen gulden
heeft bijgedragen. In het recreatieschap
Veerse Meer zaten de omringende gemeen
ten, de provincie en als adviseurs vertegen
woordigers van de waterschappen. Als bestuurs
vorm werd een gemeenschappelijke regeling
gekozen. Een technische adviescommissie
stond het recreatieschap bij. Doel van het
schap was de gezamenlijke behartiging van
de belangen van de watersport en andere
vormen van recreatie op en aan het Veerse
Meer. Men zag het als een recreatiegebied
van Europees formaat, met ruim vijf miljoen
mensen in een straal van 90 km eromheen die
het voor dagrecreatie konden gebruiken.
Hoewel de deelnemende gemeenten en de
provincie Zeeland jaarlijks bijdroegen in de
exploitatiekosten, zou zonder extra rijkssteun
het gebied zich nooit goed hebben kunnen
ontwikkelen. Met name de oeverafkalving is
jarenlang een bron van grote zorg geweest.
Omdat de getijdewerking wegviel, tastte de
constante golfaanslag de buitendijkse gron
den bij de Soelekerkepolder, op de
Haringvreter en bij Vrouwenpolder ernstig
aan. Ingenieuze grinddammetjes op de voor
oever moesten de afslag stoppen en het fraaie
gebied niet aantasten.
Inventief en duur
Zo heeft het recreatieschap jaar in jaar uit met
grote inventiviteit dit bijzondere gebied
beheerd. Het had een veelheid aan taken: de
vaststelling van een ruimtelijk ordeningsplan,
het bevorderen van de bevaarbaarheid, bereik
baar maken van het gebied over de weg met
fiets en auto, onderhouden van gebouwen,
terreinen, steigers en trailerhellingen, van
natuur- en landschapsschoon - dit alles in over
leg met gemeenten, provincie en belangheb
benden. Ook hoorde het overleg over maatre
gelen omtrent 'de openbare orde, veiligheid,
zedelijkheid, gezondheid en rust' tot de taken
van het schap. En uiteindelijk werd er nog een
echt recreatiebeleid verwacht. Maar de finan
ciële positie bleef moeilijk. Al geruime tijd
bleek dat uit de cijfers. Vorig jaar juni kon
ieder uit de krant vernemen dat het recreatie
schap Veerse Meer diep in de problemen zat
met forse tekorten van vele honderdduizen
den guldens. Tot die tijd had het waterschap
zich op de achtergrond gehouden. Het recre
atieschap was in gesprek met Staatsbosbeheer
over overname van beheersobjecten, er waren
geldverslindende problemen met liggeldrege
lingen en weigerende automaten op parkeer
terreinen, torenhoge kosten voor controle en
handhaving, problemen met een mislukte
invoering van de Zeelandkaart, verouderde
toiletten zonder goede lozing en invoering
van betere, maar duurdere moderne modellen
en er lagen financiële claims voor wachtgeldre
gelingen. Daar wilde het waterschap niet tus
sen komen. Maar de gesprekken liepen op
niets uit. Het water stond het recreatieschap
aan de lippen. Intussen had het waterschap
zijn masterplan gereed, de beleidsvisie voor
langere termijn, waarin de wens tot verbre
ding van de waterschapstaken wordt uitge
sproken. Uitbreiding van de taken past nu
geheel binnen de bestuurlijke visie van een
brede kijk en het uitvoeren van extra, water-
schapsgerelateerde taken tegen de maatschap
pelijk laagste prijs. Kortom: een wereld te win
nen, om te beginnen het Veerse Meer.
Beter en goedkoper
Toen kwam het eerste gesprek tussen dijkgraaf
Gosselaar en gedeputeerde Van Zwieten.
Gosselaar: 'Wij besloten om alles eens ambte
lijk op een rijtje te zetten en dat heeft heel
snel grote gevolgen gehad'. Een werkgroep
van medewerkers uit de provincie en van het
waterschap ging toen aan de gang. André
Marinisse en Chris de Bruin zetten er vanuit
het waterschap hun schouders onder. Het
bleek een vrij complexe materie omdat beheer,
onderhoud en eigendom dwars door diverse
organisaties liepen, maar de besluitvorming is
supersnel verlopen. Het waterschap heeft van
meet af aan de overtuiging gehad dat het veel
efficiënter en goedkoper dezelfde taken zou
kunnen verrichten. Neem bijvoorbeeld de fiets
paden: sommige zijn van het waterschap, ande
re van Staatsbosbeheer en weer andere van het
recreatieschap of juist van de Domeinen, leder
onderhield z'n eigen padje; als je dan over
efficiency praat...
Stapsgewijs voorwaarts
In de notitie die door de werkgroep is op
gesteld, wordt gekozen voor een stappenplan.
Gosselaar: 'We hebben de overname in vier
fasen verdeeld. Als eerste stap hebben wij de
maart 1999
5
waterwerker