De geleidelijke weg der evolutie "Geen nieuwe discussie over milieu-doelstellingen" janjaap de Graeff "Is er in Nederland kans op een tweede industriële revolutie, met de zorg voor het milieu als drijvende kracht?" Om op deze vraag een antwoord te geven ivaren de werkgevers uitgenodigd naar de studiedag van de Zomeruniversiteit Zeeland te komen. Jan Jaap de Graeff, directeur van het Bureau Milieu en Ruimtelijke Ordening VNO/NCW, gelooft eerder in de weg van de geleidelijke evolutie. De tekst is een weerga ve van zijti lezing. Ontwikkeling van de zure neerslag in Zeeland In zuurequivalenten per hectare 1985 1989 1991 1994' 2000' De cijfers zijn gebaseerd op informatie uit de Nationale milieuverkenningen. Gebaseerd op vastgesteld beleid. hHet antwoord van de onderne mers en werkgevers op de kern vraag is meteen duidelijk: "Van een tweede revolutie om milieu redenen zal in Nederland geen sprake zijn; deze gedachte is volkomen fictie". Een omwenteling terwille van het milieu gebeurt alleen op de heel lange termijn en vooral via de weg van de geleidelijkheid. Dat geldt ook voor een omschakeling naar andere produktiemethoden, die op den duur zal plaatsvinden. Overleven De doelstellingen uit het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP uit 1989) zullen door de industrie wTorden uitgevoerd, maar wel met de ontbindende factor of dit technisch en financieel-economisch moge lijk is. Belangrijk daarbij is de vraag hoe bestendig het milieubeleid van de over heid is en blijft en of het niet teveel afhan kelijk is van de politieke wil van het moment. Het is bepaald onjuist om ervan uit te gaan dat de industrie geen milieubeleid voert. Een goed milieubeleid betekent "overle ven" en dat geldt zeker ook voor het voort bestaan van ondernemingen. Het is dus een vitaal eigenbelang. Als er toch over een revolutie wordt gesproken dan is dat van toepassing op de veranderde opstelling van het bedrijfsle ven in het milieudebat. VNO/NCW zijn het bepaald niet eens met de conclusie dat het Als er van een revolutie sprake is, dan is dat de veranderde opstelling van het bedrijfsleven in het milieudebat. milieubeleid van de overheid mislukt zou zijn, wat sommigen afleiden uit een rap port van het RIVM (Rijksinstituut voor Milieuhygiëne, juni '93). Prestatie Het milieubeleid en het energiebespa- ringsbeleid van de industrie hebben een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de afna me van een aantal milieubelastende stof fen. In het jaar 2000 zal ten opzichte van 1990 een emissie-reductie tot stand komen van 30% of zelfs meer. De industrie beschouwt dit op zichzelf al als een presta tie van formaat. Uit studies (met name de recente RIVM-studie) blijkt dat het bedrijfsleven een constructieve houding inneemt en in toenemende mate concrete maatregelen treft, zoals: Industrie op weg naar milieudoelstelling. Bron: Milieuverslag 1992, Provincie Zeeland - vrijwel totale beëindiging gebruik CFK's in 1995 - 26 bedrijfstakken maakten afspraken over 2% energiebesparing per jaar in de periode tot 2000 - emissie van verzurende stoffen door Nederlandse industrie is in 10 jaar tijd gedaald met 40% - emissie van vluchtige organische koolwa terstoffen zal in 2000 met 60% zijn afge nomen - lozingen van zware metalen in het bedrijfsafvalwater zijn in 10 jaar tijd ver minderd met 80%. VNO/NCW stelt dat niet alle doelstellingen van het NMP-Plus gehaald worden. Dat geldt met name voor de C02-reductie, waarop de groei van het vrachtverkeer mede van invloed is. Trendbreuk Het bedrijfsleven stelt zich niet achter de absolute getalsdoelstellingen, die in het NMP voor het jaar 2000 worden geformu leerd. Het acht het veel belangrijker dat zich daadwerkelijk een trendbreuk afte kent, die volgens het NMP noodzakelijk is. De vorderingen in het Nederlandse milieu beleid zijn mede te danken aan de eigen 5 WANTIJ OKTOBER 1993

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1993 | | pagina 5