Bossen en buitenplaatsen van de Manteling
water ketst. Aan het eind van de as ziet men de toren van Oostkapelle, fier
en ongenaakbaar. Achter de keermuur loopt het gras langzaam op. Boven
aan het talud staan de woningen. Brede vlonderterrassen vormen een direc
te voortzetting van de verbindingsruimten in het huis. Keermuur, balustra
de, grastalud en gevelwand bepalen tezamen de beëindiging van de as.
De woningen steken aan de entreezijde in het talud. In het 'basement' lig
gen de berging, wijnkelder, biljartkamer annex bibliotheek, speelkamer
voor de kinderen, etc. De woonverdieping ligt een meter verhoogd ten
opzichte van het maaiveld. Hierdoor ziet men nog nadrukkelijker in de as.
Het privé domein wordt van het openbare gedeelte van het buiten geschei
den door een (keer)muur. Men bereikt de gebouwen via een lange, gebogen
oprijlaan. Deze laan begint op maaiveld en loopt geleidelijk op naar het
niveau van 5,00 meter. Op het moment waarin men de as opdraait, ont
vouwt zich het zicht over het buiten, de oplichtende bassins in de as, de
toren van Oostkapelle aan de einder. Ook de bezoeker (wandelaar) van het
buiten passeert deze apotheose. Het hoogtepunt in de parkbeleving is daar
mee een gemeenschappelijk goed.
Twee langgerekte 'stalcomplexen' (de garages voor het twintigste-eeuwse
koetswerk) vormen tezamen de toegangspoort. Achter deze poort ligt het
entreeplein, een groot grintvlak. Aan de entreezijde hebben de woningen
een bescheiden privéhof. Naast deze privétuin is er een groot gemeenschap
pelijk park, onder de boomgroepen in het gras ligt verspreid een aantal ter
rassen. Losse banken en stoelen vormen het mobiele meubilair.
Schuin tegenover Westhove ligt de hoofdentree van het landgoed. Bezoe
kers parkeren hun auto in de lindelaan. Aan de entree ligt de 25 meter hoge
seringenberg. Een spiraalvormig pad, omgeven door seringen voert naar de
top. Vanaf de top heeft men zicht op zowel Westhove, het achterliggende
duingebied als op het nieuwe landgoed en het achterliggende polderland.
Het park wordt ontsloten door enerzijds een formeel padenstelsel langs de
beide hoofdassen, anderzijds door een slingerend pad dwars door het bos.
Onderweg passeert men de seringenberg, de woonbebouwing met het
monumentale zicht op de toren van Oostkapelle, de wateras op Westhove
met restaurant aan het water en de daaraan verbonden levendigheid. Het
pad snijdt de verschillende enclaves die in het bos zijn uitgespaard. Men
heeft een wisselend zicht over de activiteiten die hier worden ontwikkeld.
Het bos vormt een kader voor activiteiten die gebaat zijn bij beschutting of
een aantrekkelijke omgeving. In het bos wordt ca 20 ha aan ruimte vrij
gehouden voor de ontwikkeling van kapitaalintensieve functies. Deze kun-
76