Bossen en buitenplaatsen van de Manteling De Beukenlaan van Berkenbosch is één van de eerste lanen die door Staatsbosbeheer is opgeknapt. eieren patroon' mogelijk door de tuin te dwalen. Naast de watertuin ligt de akkertuin. Hier zijn (oude) Zeeuwse akkerbouwgewassen te zien als Meekrap, Vlas en diverse graansoorten (Rogge, Gerst. Tarwe). Uiteraard worden er in de tuin geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt waar door ook de karakteristieke akkeronkruiden te zien zijn. De volgende tuin is de dijktuin, waar op een kunstmatig dijktalud de flora van de Zeeuwse bloemdijken wordt aangebracht. Van de dijktuin komt men in de moerne- ringstuin. Hier wordt het proces van moemering nader verduidelijkt. Er is een reliëfrijk grasland gemaakt. Zout veen is op onregelmatige wijze toege voegd. Dit zout wordt met behulp van folie vastgehouden. De overige the- matuinen zijn: een moerastuin (met o.a. Riet, Koninginnekruid en Wilgenroosje), een boerderijtuin (met Buxushaagjes) en een vlinder- en insektentuin. In deze laatste tuinen worden o.a. planten aangebracht die vlinders en insekten aantrekken. In het meest westelijke deel van de heemtuin wordt de werkelijke toestand van een oorspronkelijk Zeeuws poelgebied benaderd. Er is een begreppe- ling aangebracht, waarlangs meidoornhagen zijn geplant. Voorts zijn een vliedberg (schaal 11) en een veedrinkput aangelegd. Langs de randen van de gracht van het kasteel zijn knotwilgen aangeplant. Dit meer extensieve deel van de tuin zal in de toekomst door schapen worden onderhouden. Het is de bedoeling dat het publiek zich dan vrijelijk tussen de schapen kan begeven. Het gedeelte van de thematuinen bij de oranjerie en het begraasde gedeelte zullen door een afrastering (met een klaphekje) van elkaar worden gescheiden. 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1996 | | pagina 73