Bossen en buitenplaatsen van de Manteling
De kaart van Hattinga
(1750) laat een grote
hoeveelheid buitens
rien in formele barokke
stijl. Rechtlijnigheid en
symmetrie kenmerken
de aanleg.
De Franse tijd is voor Walcheren een periode van diep verval. Als gevolg
van de economische crisis en de bestuurlijke situatie worden veel buitens
gesloopt en bossen gerooid. De heerlijke rechten en privileges die met het
bezit van een kasteel of buiten samenhangen werden afgeschaft. De grond
wordt opnieuw in landbouwkundig gebruik genomen. Ook in de Manteling
worden vele huizen inclusief de tuinaanleg met de grond gelijk gemaakt.
Huis ten Duinen en het Huys te Oostkapeiie zijn hiervan de belangrijkste
voorbeelden. Toch is er in vergelijking met de rest van Walcheren in de
Manteling het meeste van de buitenplaatsen over. Ook nu nog wordt de
beleving van het landschap in de Manteling voor een belangrijk deel door
de buitenplaatsen bepaald.
Negentiende eeuw, opnieuw een periode van bloei
In de negentiende eeuw wordt er opnieuw in buitenplaatsen geïnvesteerd.
In de Manteling maakt vooral Westhove een nieuwe bloeiperiode door.
Grote delen van het vervallen achttiende-eeuwse buiten worden heringe
richt naar de mode van die tijd. Er worden slingerende paden en ronde
waterpartijen aangelegd. De inspiratie voor deze nieuwe romantische
opvattingen hebben Engelse tuinarchitecten in Italië opgedaan. Het roman-
61