De Engel van Vlissingen
daarom genegeerd en op 2 december 1943 werd Van Woelderen vrijgelaten.
Pas in het begin van 1944 gingen de Duitsers zich ernstig bezighouden met
de voorbereidingen voor het vernietigen van industrieën en haveninstalla
ties in West-Europa en in mei werd op de scheepswerf De Schelde 2000 kg
springstof aangevoerd.
In juni 1944 werd Bednar vrijgelaten. Hij woonde in Utrecht en via een
broer van Van Woelderen, die advocaat in Utrecht was, zocht hij inderdaad
contact met de directie van De Schelde. Enkele directieleden vertrouwden
de zaak niet, maar toch werd besloten met hem in zee te gaan. Via ingewik
kelde omwegen werd een deel van de afkoopsom van 40.000,— aan
Bednar overhandigd, die hij nodig zei te hebben om zich van de medewer
king te verzekeren van een hooggeplaatste Duitser. Het hele complot werd
daarna door Bednar aan de Sicherheitspolizei verraden, maar dat had voor
de directie van De Schelde geen gevolgen meer omdat de Sicherheitsdienst
na Dolle Dinsdag uit Zeeland was gevlucht.
De werf gered
Na de bevrijding bleek dat alle kades van Binnen- en Buitenhaven waren
veranderd in een maanlandschap maar de werf was op wonderbaarlijke
wijze aan totale vernietiging ontsnapt zodat de directie zich wijs prees met
haar dubieuze transactie. Groot was de ontgoocheling toen Bednar werd
gearresteerd als V-mann van de Sicherheits-polizei en oplichter, zodat het
hele verhaal van de rol van de directie in de lucht kwam te hangen. Toch
hebben de directie en Van Woelderen nog heel lang in de onschuld van
Bednar geloofd, zelfs tegen beter weten in, en de broer van Van Woelderen
en een broer van een directielid van De Schelde, Mr. Wesseling, hebben
hem in 1947 nog als advocaten verdedigd toen Bednar in hoger beroep
ging, waarbij zijn straf werd verminderd van vijftien naar zes jaar.
Er moest dus nog een andere beschermengel van Vlissingen zijn. Die bleek
ook een Duits uniform te dragen maar niet van de Luftwaffe, zoals u mis
schien van een engel zou verwachten, maar van de Kriegsmarine.
De Engel van Vlissingen
Het gaat om de Duitse Ortskommandant van Vlissingen, Dr. Hans Heinze.
De chirurg Jens kende hem uit de vooroorlogse periode als de directeur van
de Biologisch-dynamische landbouwgemeenschap N.V. Loverendale in
Oostkapelle. Om Jens niet te compromitteren was Heinze zo kies hem niet
meer te groeten toen hij in 1940 verplicht werd het gehate uniform te dra
gen. Drie Vlissingse artsen hadden de Ortskommandant onder druk gezet;
Jens, Sissing en Wolters. Zij beweerden in contact te staan met het Inter
nationale Rode Kruis in Genève en stelden Heinze persoonlijk verantwoor
delijk als door explosies op de scheepswerf het nabijgelegen ziekenhuis
16