gebouwen die in dit kader fors zijn gewijzigd, is de laat-middeleeuwse Nieuwkerk te Dordrecht. Van deze tweebeukige hallekerk werd enkele jaren geleden - na een lange periode van deprimerende leegstand en verwaarlozing - één beuk geheel gevuld met een supermarkt en daarboven enkele nieuw aangebrachte verdiepingen met woningen. De tweede beuk kon weliswaar leeg blijven, maar het behoeft geen betoog dat de totale bin nenruimte door de verbouwing sterk werd aangetast. Veel acceptabeler is het eindresultaat wanneer de wijziging ten behoeve van de nieuwe functie de inwendige ruimte als geheel intact laat en niet door middel van scheidingswan den en verdiepingsvloeren 'versnippert'. Dit kon onder meer worden bereikt bij de Nicolaikerk te Utrecht, die sedert de in 1978 voltooide restauratie fungeert als onderdeel van het Centraal Museum aldaar, en bij de Pieterskerk in Leiden, die in 1977-1982 werd gerestaureerd en sindsdien onder meer als aula voor de Leidse universiteit dienst doet. Ook in het geval van de Grote Kerk van Veere speelt het vraagstuk van de inwendige ruimtewerking een hoofdrol. Dat het voorlopig ontwerp uit 1991 van de grandioze bin nenruimte zo goed als niets overlaat, is reeds betoogd. Een welsprekend voorbeeld van een soortgelijke drastische aantasting die wel al werd doorgevoerd, levert de in 1984 tot appartementencomplex verbouwde rooms-katholieke kerk te Gorinchem, die was gewijd aan de H. Nicolaas Pieck en Gezellen. Van deze neoklassicistische kerk is in feite alleen de voorgevel nauwelijks gewijzigd. De zijgevels, de absis aan de achterzijde en de dak- vlakken zijn doorboord ten behoeve van talloze ramen, deuren, dakkapellen en balkons. En in het inwendige is van de oude ruimtewerking niets over! Dit monument moet als gro tendeels verloren worden beschouwd. Bij de in 1990 uitgevoerde verbouwing van een vergelijkbare neoklassicistische kerk in Bergen op Zoom, voorheen gewijd aan Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming, kon veel meer van het bestaande en waardevolle behouden blijven, omdat dit gebouw werd herbestemd tot theater. Hier geen toevoeging van grote hoeveelheden ramen en dergelijke en ook geen totale opdeling van de binnen ruimte; wel in het voormalige kerkinterieur galerijen, balkons en een toneel, die de bele ving van het inwendige als één geheel echter niet onmogelijk maken. Bij de beslissing tot de hierboven kort beschreven en op bijgaande foto's zichtbare ver bouwing te Gorinchem zal hebben meegespeeld dat er in Nederland nog tamelijk veel met dit kerkgebouw vergelijkbare neoklassicistische kerken aanwezig zijn. Dit laatste geldt echter absoluut niet voor de Grote Kerk van Veere. Die is in alle opzichten uniek, even uniek als het stadje Veere zelf! Voor die kolos een herbestemming te vinden, en wel een herbestemming die de aanwezige waarden respecteert, is de opgave voor dit moment. Of is die herbestemming er al en moeten wij er vanuit gaan dat het huidige gebruik als cultu reel centrum het beste is? Wie deze vraag positief beantwoordt, bedenke wel dat dit dan betekent dat er door de gemeenschap elk jaar een aanzienlijk bedrag voor onderhoud opgebracht zal moeten worden. Maar waarom zou dat niet kunnen voor een zo indruk wekkende en veelzeggende herinnering aan een bewogen verleden? 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1993 | | pagina 45