Stinzenplanten op Walcheren
A.M.M. van Haperen en A.W. van de Hoef
Inleiding
Verrijkende invloed van de mens op de Zeeuwse bosflora
Walcheren staat als "tuin van Zeeland" reeds lang bekend om zijn vele buitenplaatsen
en lusthoven. Deze worden in het voorjaar gesierd door een opvallende rijkdom aan bloe
men. met name bolgewassen. Het gaat hier om stinzenplanten: oorspronkelijk aangeplan
te kruidachtige planten die zijn verwilderd en zich hebben kunnen handhaven en soms
zelfs uitbreiden. Het "Bakkruudje" of Stengelloze Sleutelbloem is hiervan het meest be
kende voorbeeld. Dit artikel gaat nader in op de stinzenplanten van Walcheren en licht
een tipje op van de sluier die hangt over hun oorsprong en geschiedenis.
Uitgestrekte natuurlijke bossen, zoals we die bijvoorbeeld vinden in Midden-Europa,
komen in Zeeland niet voor. Dit heeft behalve met het grondgebruik vooral te maken met
de geïsoleerde ligging en de geringe geologische ouderdom van het zeekleigebied van
Zuidwest-Nederland.
Sinds het begin van de bedijkingen is de mens op de Zeeuwse eilanden echter al actief
met het planten van bos en bomen. In vroeger jaren betrof het vooral geriefhout zoals hak
hout van wilgen, essen of elzen. Daarnaast zijn er in perioden van economische bloei ook
veel lusthoven, parken en buitenplaatsen aangelegd. Men beperkte zich daarbij niet tot de
De Stengel loze Sleutelbloem "Bakkruudje"is een van de bekendste en meest algemene
stinzenplanten van Walcheren (foto A.W. van de Hoef)
1
t