buitenplaatsen met fraaie huizen en bossen, zo snel verandert dat kaartbeeld weer als na de periode van economische bloei een periode van tegenspoed volgt. De Franse tijd was voor Walcheren een periode van diep verval, waarin vele buitens zijn afgebroken en bossen zijn gerooid, die toen nog geen eeuw oud waren. Na de Franse tijd volgt weer een periode van economisch herstel en het gevolg is dat er ook weer aandacht is voor het landschap. Zo worden een aantal buitens hersteld, weliswaar in een andere (romantische) stijl, conform de tijdgeest van de 19e eeuw. Toch blijft er per saldo slechts een fractie over van het aantal buitenplaatsen dat in de 17e en 18e eeuw is aangelegd. Gelijktijdig met de aanleg van de buitenplaatsen door rijke kooplieden krijgt ook de agrarische bevolking meer oog voor de natuur en het landschap. Ook rondom de kleinere boerderijen worden aanzienlijke tuinen aangelegd, met grote be tekenis voor het landschap als geheel. Maakten de rijke kooplieden dikwijls gebruik van professionele tuinlieden (landschapsarchitecten) de gewone man improviseert zelf, waarbij de stijlkenmerken van de buitenplaatsen op meer dilettantische wijze worden gecopieerd. 17e eeuws schilderij van Goedaert met meidoornheggen Het landschap buiten de boerderijen en buitenplaatsen heeft zich vanaf de middeleeuwse ontginning tot aan de Tweede Wereldoorlog, gemeten naar de huidige maatstaven, rustig kunnen ontwikkelen. De mens heeft in de tussen liggende tijd nauwelijks in het landschapspatroon ingegrepen. Zo heeft zich, als gevolg van de gunstige groeiplaatsomstandigheden, op vele kavelgrenzen een uitgebreid stelsel van meidoornhagen kunnen ontwikkelen. Aan dit stelsel van meidoornhagen en aan de buitenplaatsen heeft Walcheren lange tijd faam ontleend als lusthof en tuin van Zeeland. 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1987 | | pagina 85