zodanig grote bedrijven betreft dat de noodzakelijke specialisatie kan worden doorgevoerd. Anders ligt het met de combinatie akkerbouw/intensieve veehou derij ;die past juist uitstekend. De nieuwe meststoffenwet legt weliswaar ook hier beperkingen op aan de ontwikkeling. Toch verdient het aanbeveling de mogelijk heden (vooral in de richting van de varkenshouderij) volledig te benutten. De tuinbouw is meer dan een andere sector centrumgericht. Het gevolg is dat tuinbouwcentra buiten het bestaande centrum in het Zuidhollandse glasdistrict niet of moeilijk van de grond komen. Deze rem op de ontwikkeling geldt ook voor Walcheren. De sluiting van de Walcherse tuinbouwveiling in 1986, hoe wel overwogen en onafwenbaar die ook was, zal de ontwikkeling van de tuinbouw op het eiland sterk bepalen. Verder vormt het ontbreken van zoet water een ernstige belemmering voor de vollegrondstuinbouw. Anderzijds is het klimaat voor die teelt uitstekend geschikt. Dat geldt vooral voor teelten (zoals spruitkool en winterbloemkool) waarvan de oogst globaal valt na 15 december. Ook zijn er andere gewassen die zich goed lenen voor de teelt op Walcheren. In verband met veiling in Barendrecht zal de nadruk daarbij moeten vallen op niet-volumineuze producten. Ongetwijfeld zijn er nog steeds mogelijkheden voor de tuinbouw op Walcheren. Het zal alleen de kunst zijn die mogelijkheden aan te passen aan de aanwezige beperkingen. Een doelgerichte voorlichting is daarbij van groot belang. Na jaren van kommer en kwel in de fruitteelt zijn de vooruitzichten aanzienlijk verbeterd. Dat heeft te maken met verlies aan de markt van de Franse Golden Delicious en de opkomst van nieuwe veelbelovende rassen in ons land. Voor een beperkt aantal vakbekwame, goed gemotiveerde fruittelers lijken opnieuw redelijke kansen aanwezig te zijn. Recreatie en toerisme vormen volgens het desbetreffende provinciaal beleidsplan reeds een belangrijke sector binnen de regionale economie. Een belangrijk aandeel daaraan wordt geleverd vanuit Walcheren. In dat kader een enkel woord over het kamperen bij de boer, sinds 1972 zowel bij boer als kampeerder snel populair geworden. Meer dan honderd agrarische bedrijven op Walcheren bieden thans kampeergelegenheid. Zonder twijfel wordt hier in een behoefte voorzien en dan niet alleen vanwege de toeristische drukte op dit gebied, maar ook door het karakter van de accommodatie. Voor veel boerenbedrijven betekent het verder een welkome en veelal noodzakelijke aanvulling op het inkomen. Onzeker is momenteel welke ruimte de wettelijke mogelijkheden in de toekomst bieden. Toch zal de behoefte nog groeien, zeker na voltooiing van de weg over de stormvloedkering. Behalve een economisch belang heeft het kamperen bij de boer ook een landschappelijk belang gediend. Opvallend is hoe op de bedrijven met een minicamping de erfbeplanting ook buiten het kampeerterrein is aangepast en hoe de netheid op de erven is toegenomen. De inrichting van het landschap wordt uiteraard tevens sterk beïnvloed door allerlei niet-agrarische factoren. Daarvan is de recreatie niet de onbelangrijkste. 80

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1987 | | pagina 82