Buiten de broedtijd zijn de graslandgebieden met name van belang als fourageer- gebied voor doortrekkende vogels als Kieviten, Goudplevieren en Wulpen, of voor overwinteraars als Kleine zwaan, Riet-, Kol- en Brandgans. Het platte van Walcheren vervult ook een zekere „overloopfunctie" voor deze soorten en voor Smienten, wanneer overige delen van het land met sneeuw en ijs bedekt zijn. Voor enkele, hierna te behandelen soorten, voldoet „het platte" aan de norm op grond waarvan sprake is van een internationaal belang voor het behoud van watervogel populaties. Ook de Nederlandse regering heeft de zogenoemde „Wetlands conventie" ondertekend en geratificeerd en heeft zich daarmee impliciet verplicht haar beleid zo te voeren dat water(rijke) gebieden zoveel mogelijk als natuurgebied worden beschermd wanneer daar - regelmatig 1% van het totale aantal van een vogelsoort van een bepaalde trek- baan of een bepaalde biografische populatie aanwezig is, of - er regelmatig in totaal 10.000 eenden, ganzen en zwanen, of 10.000 Meerkoeten of 20.000 steltlopers aanwezig zijn. internationale betekenis Eenden, ganzen, zwanen Eén van de soorten waarvoor de poelgebieden van internationale betekenis zijn, is de Kleine zwaan. Het verspreidingspatroon van deze soort in de winters 1980/81 en 1981/82 laat de voorkeur voor gras- en bouwland in deze lage delen overduidelijk zien. Voor deze 's zomers in de toendra's van Siberië ten noorden van de poolcirkel broedende soort vormt Nederland het belangrijkste over- winteringsgebied. De Noordwesteuropese populatie wordt op 16.000 a 16.500 vogels geschat. De aantallen op Walcheren pleisterende Kleine zwanen kunnen oplopen tot ca. 900 vogels, waarmee de internationale norm van 1% tot zo'n vijf a zesmaal over schreden wordt. Ook Mullié en Meininger wezen er reeds op dat Walcheren tot één van de vijf a tien belangrijkste overwinteringsgebieden van deze soort in Euro pa behoort. Vooral in het laatste deel van de winter is het graslandareaal voor de Kleine zwaan van eminent belang. De grootste concentraties komen voor in de direct ten westen van Middelburg gelegen poelgebieden. Helaas is bij baggerwerk aan een watergang in de omgeving van Hoogelande in 1978 een belangrijke slaapplaats van deze soort verloren gegaan. 58

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1987 | | pagina 60