in het open poelgebied tussen Middelburg, Grijpskerke en Sint Laurens. Nog altijd herinneren daar wat hollebollige weitjes aan die vroegere vorm van zout- en brandstofwinning. Maar een aantal van de buitenplaatsen uit veel latere tijd kon verdwijnen zonder ook maar één landschappelijk spoor na te laten. De structuur van de vluchtburg uit nota bene de negende eeuw laat zich door een kind in de hedendaagse binnenstad van Middelburg aanwijzen. Maar wie op zoek gaat naar het vroegere kerkdorp Buttinge of Schellach of Sint Janskerke vindt maar heel weinig landschappelijke aanknopingspunten. Er is nog iets anders aan de hand. Sommige veranderingen, sommige elementen hebben zich vroeger kennelijk goed ingebed in het landschap van dat moment, terwijl andere zich daarentegen maar bar weinig van de eerder aanwezige structuur hebben aangetrokken. Dat eerste wordt door niets zo treffend geïllustreerd als door de loop van veel oude wegen. Wie een blik werpt op de vooroorlogse bodemkaart van Walcheren, ziet dat bijvoorbeeld in de driehoek Middelburg- Koudekerke-Souburg veel wegen niet alleen de kreekruggen volgen, maar tevens in de laatste stroomdraad van de vroegere kreken liggen. Heel duidelijk gaat dat op voor de Groeneweg, de Abeelseweg en de Noordbeekseweg. De grootst 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1987 | | pagina 26