Met de aanleg van de ringdijk in de twaalfde eeuw was dan wel het zeewater buitengesloten, maar de afwatering uit deze poelgebieden extra bemoeilijkt. Die afwatering kon niet langer op natuurlijke wijze plaatsvinden. De aanleg van sluizen werd noodzakelijk, en tevens de samenwerking tussen afzonderlijke, maar voortaan op elkaar aangewezen dorpen. Aan de oostzijde van het eiland, weg van de duinkust, verschenen enkele uitwateringssluizen, terwijl de samenwerking gestalte kreeg in de vorm van zogenaamde wateringen. Als oudste watering kennen we die van de Vijfambachten in het noordwesten van het eiland. Dat die wateringen inderdaad primair een adequate ontwatering beoogden, illustreert de naam van een andere (voormalige) wateringHeyensluus, naar een inmiddels verdwenen sluis ergens tussen Veere en Arnemuiden. Maar sluizen alleen waren niet voldoende. De problemen vereisten bovendien een gegraven net van watergangen die de poelgebieden ontwaterden door de hogere ruggen te doorsnijden en die gericht waren op de sluizen aan de oostzijde van het eiland. Wanneer die watergangen op Walcheren precies zijn gegraven weten we niet. Feit is dat de meeste al bestaan op het moment dat de bronnen gaan spreken. Dat is het geval in het begin van de vijftiende eeuw. Een enkele, zoals de Veerse watergang doet een meer natuurlijke oorsprong vermoeden, en volgt ten dele een vroegere kreek. Kreek Westkapelle Ondanks wateringen, sluizen en watergangen werd de wateroverlast waarmee de poelgebieden te kampen hadden alleen maar groter. Dat de situatie werd verergerd had te maken met een vorm van gebruik van deze kommen die ronduit funest was. Al vroeg had de plaatselijke bevolking ontdekt dat het veen onder de soms maar dunne kleilaag aangewend kon worden voor de bereiding van zout en als brandstof. In het kader van deze sel- en moernering werd die kleilaag afgegraven en tijdelijk opzij gezet en het veen opgedolven, waarna een zeer onregelmatig (hollebollig) maaiveld achterbleef dat bovendien aanzienlijk in hoogte was gedaald. Op sommige plaatsen kon het hoogteverschil met de 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1987 | | pagina 23