Op nog een ander punt van verschil tussen ruggen en poelen valt te wijzen en dat betreft de verkaveling. Het karakter van de kreekruggen en het gebruik als akkerland bracht met zich mee dat de verkaveling hier in het algemeen regelmatig was, met een vorm die kon variëren van blokken tot korte stroken. In de poelgebieden was de percelering meestal veel onregelmatiger van vorm en leek op veel plaatsen aangepast aan de natuurlijke waterloopjes. Een dergelijk gebied kan op de luchtfoto gelijkenis met een legpuzzel oproepen. Luchtfoto, gemaakt door de RAF, oktober 1944, van het gebied tussen Meliskerke en Zoutelande. Het verschil tussen de poelgebieden donker getint) en de kreekruggen (lichter van kleur) springt duidelijk in het oog. (Coll. M. A. Kooiman, Amsterdam). Door een probleem dat als het ware ingebakken zat in de Walcherse situatie, werd het verschil tussen kreekruggen en poelgebieden gaandeweg groter. Wat was er namelijk aan de hand? Door ontwatering in de simpele vorm van het graven van sloten, begon een proces van inklinking in die gebieden waar de bodem samen drukbaar was. Dat was wèl het geval in de door klei afgedekte, venige poel gebieden en niet of nauwelijks op de zavelige en veenloze kreekruggen. Het overtollige water was daarenboven maar heel moeizaam uit die komvormige laagtes af te voeren. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1987 | | pagina 22