plaatsing is hierbij een belangrijk hulpmiddel. De randvoorwaarde dat wegen, dijken en waterlopen niet of nauwelijks van tracé kunnen veranderen, ver hindert een verdere afname van het gemiddeld aantal kavels per bedrijf. In het plan wordt opgenomen dat elke kavel goed moet kunnen afwateren daarvoor is het nodig dat de kavels grenzen aan watergangen of sprinken. Waar dat niet het geval is worden bermsloten daartoe geschikt gemaakt of worden kavelsloten aangelegd of verruimd. Binnen een kavel liggen percelen. Bij de nieuwe toedeling wordt bezien of de gemiddelde toestand waarin de percelen verkeren overeenkomt met de oude toestand. Is de nieuwe toestand slechter dan worden binnen het landinrichtings project werken uitgevoerd om de percelen weer op hetzelfde niveau te brengen. Buiten het landinrichtingswerk vallen de werken voor een verdere landbouwkun dige verbetering van de percelen. Het landinrichtingsproject biedt voor een dergelijke verbetering niet meer dan een goede start. Gevolgen voor het landschapsbeeld. Walcheren zal de komende decennia veranderen door toenemende bebouwing, door aanleg van nieuwe wegen, waaronder de Dammenweg, door verandering van de beplanting langs de wegen, door verandering van de landbouwbedrijven in oppervlakte en in wijze van grondgebruik, etcetera. Een aantal knelpunten voor een goed gebruik van het landelijk gebied blijven ondanks deze veranderingen bestaan, of worden juist versterkt. Met de landinrichting valt de versnippering van de landbouwgronden voor een groot deel te ondervangen en worden voor waarden geboden voor een goede landbouwkundige inrichting van gronden. Dit kan voor het landschappelijk beeld en voor de natuurlijke waarden minder gunstig uitwerken, vooral in de poelgebieden met de landbouw als hoofdfunctie. De (versnelde) verlaging met enkele decimeters van de slootpeilen in de poelgebieden biedt de mogelijkheid voor veel gronden om grasland eenvoudiger te vervangen door bouwland. Naar verwachting werkt deze verlaging niet of nauwelijks door in de waterstanden in de hogere delen van Walcheren. Door de noodzaak voor de landbouwbedrijven de gronden optimaal te benutten, wat met een verbetering van de verkaveling en ontwatering mogelijk wordt, zullen elementen die verstorend werken op de exploitatie van de percelen versneld worden opgeruimd. Dit betreft vooral de overbodig geworden per ceelslootjes en de drinkputten en de weinige restanten van de moernerings- hollebolligheid. Met het aanbrengen van extra beplanting langs wegen en op dijken en door een toename van de bos oppervlakte wordt het specifieke beeld van Walcheren van een gesloten groene rand en een open middengebied doorsneden met, door bebouwing en beplanting geaccentueerde, kreekruggen versterkt. In recreatief opzicht neemt de gebruikswaarde toe, terwijl in de huidige bossen de natuur waarden beter tot hun recht kunnen komen. 132

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1987 | | pagina 134