Na het schetsmatige plan volgt een voorontwerp dat in een inspraakprocedure wordt gebracht. Iedere belanghebbende en verder ieder die belangstelling heeft krijgt zo de mogelijkheid om kennis te nemen van en inbreng te hebben in het uiteindelijke plan. De nieuwe inrichting van Walcheren Begin 1987 zit het landinrichtingsplan voor Walcheren tussen het schetsontwerp en het voorontwerp in. Een nog niet afgerond beeld van de inrichting is al wel ontstaan, een eindbeeld wordt pas verkregen als de werken zijn uitgevoerd. Wat men zich voor moet stellen bij het nieuwe beeld van Walcheren wordt hier behandeld. De afgedrukte kaart geeft aan waar één en ander zich afspeelt. Een aantal gebieden valt echter buiten het Landinrichtingsproject zoals bijvoor beeld steden en dorpen, duinen en natuurgebieden. Ook worden de omvangrijke verblijfsrecreatieve terreinen buiten beschouwing gelaten. Ook de relatienotage- bieden moeten als een gegeven zaak in het plan worden opgenomen. Voor de grondgebruiker zal wel gestreefd worden naar mogelijkheden tot ruiling en de waterpeilbeheersing zal verbeterd worden. Onveranderd opgenomen in het Landinrichtingsplan zullen worden de gebiedjes met cultuurhistorische waarden. Bijvoorbeeld de vliedbergen en de oude kerk hoven. Ook kan gedacht worden aan bunkers en dammen. In het plan worden ze omgrensd met een gele lijn aangegeven. Welke gebieden hier allemaal onder gaan vallen moet nog uit het overleg in de Landinrichtingscommissie naar voren komen. Ook dijken worden gehandhaafd wegverbetering op dijken of de aanleg van af- en opritten is tevens mogelijk. De bedrijven Voor de bedrijven in het gebied moge duidelijk zijn dat een landinrichtingsproject in eerste instantie alleen voorwaarden scheppend is. Vergroting van de bedrijfs- oppervlakte door het aankoopbaar stellen van grond uit het tijdelijke grondbezit van de Landinrichtingscommissie is dan ook uitgesloten voor de recreatie- en landbouwbedrijven. Alleen als verplaatsing van bedrijfsgebouwen nodig is om te komen tot een goede inrichting, behoort oppervlaktevergroting wel tot de mogelijkheden. Verplaatsing kan voorkomen als gebieden van functie ver anderen als het nodig blijkt voor een goed beheer van de gronden, relatienota- gebied of als de verkaveling ten goede komt aan de algehele landbouwkundige verkaveling. De nieuwe vestigingsplekken voor landbouwbedrijven mogen niet strijdig zijn met de randvoorwaarden voor de inrichting, vooral het open karakter van de poelgebieden dient gehandhaafd te worden. Bij de nagestreefde functie-indeling en de huidige structuur - type, omvang - van de landbouwbedrijven bestaat er behoefte aan het verplaatsen van een twintigtal bedrijven. Plekken daarvoor zijn aanwezig op de kreekruggen of aansluitend aan bestaande bebouwingen of beplantingen. 127

Tijdschriftenbank Zeeland

Walacria | 1987 | | pagina 129