Bijvoorbeeld door de aanleg van wegen, het bouwrijp maken van terreinen, ook
het instandhouden of verbeteren van nutsleidingen, de waterhuishouding en de
wegen met de beplantingen vallen hieronder. Sterk in de conserverende sfeer ligt
het instandhouden van natuurmonumenten of het verhogen van de natuur
waarden op landbouwgronden. Voor gebieden waarin grote veranderingen zoals
de aanleg van rijkswegen gaan optreden, of waar een algehele herziening van de
inrichting van het buitengebied noodzakelijk geacht wordt, heeft de rijksoverheid
het instrument van de Landinrichting beschikbaar.
Wegreconstructie zou soms geen weelde zijn
Landinrichting
De hoofddoelstelling van het nationaal landinrichtingsbeleid is„Het binnen het
kader van het totale overheidsbeleid inrichten van delen van het landelijk gebied
overeenkomstig de daaraan toegekende functies en hun onderlinge samenhang,
op een zodanige wijze dat de maatschappelijke betekenis van dat gebied zo goed
mogelijk tot zijn recht kan komen". (Structuurschema Landinrichting 1984). De
voor de toekomst toegekende functies en daarmee de veranderingen in functies
komen meestal het duidelijkst en het meest recent tot uiting in het streekplan.
Voordat echter tot landinrichting kan worden overgegaan moet er vanuit het
betreffende gebied een wens als zodanig zijn uitgesproken en is op basis van het
structuurschema landinrichting al bepaald of een gebied in aanmerking zou
kunnen komen. Dit laatste in afweging met andere gebieden in Nederland.
De landinrichtingswet van 1985 bepaalt hoe het inrichtingsplan moet worden
opgesteld en welke regels er gelden bij de uitvoering van het plan. Het plan omvat
123