4- 44 4* De weg langs de officiële schriftelijke getuigenissen verloopt soms moeizaam, klaren er maar meer persoonlijke getuigenissen in een dagboek of vooraan in een huisbijbel. 3e snapt gewoon.niet, dat er van je vroegere generaties zo weinig in de familie bekend is gebleven. Grootvader (1871 - 1 964) woonde meer- dan veertig jaar op dezelfde boerdrij, die in de 18öe eeuw tientallen jaren werd bewoond door zijn overbetcvergrootvader van vaders kant en hij heeft dat nooit geweten! Niettemin wist deze grootvader me van zijn voorgeslacht nog veel te zeggen, als ik hem uitvroeg. Waarschijnlijk zat er bij mij al in wat er nu uitkomt, want ik begon grootvader rond zijn negen tigste steeds interessanter te vinden als bron van informatie en dus vroeg ik hem allerlei. Van zijn betovergrootvader zei hij: "Hij heette Kees en voor de rest weet ik er niets van." Deze Kees was 31 juli 1742 geboren op dezelfde uit 1614 daterende pachtboerderij, waarop hij zelf van 18.94 tot 1936 boer was. Toen zijn jongste zoon hem daar in 1936 opvolgde, werd het eeuwen oude woonhuis afgebroken en werd een nieuw huis aan de achterkant van de schuur gebouwd. In de 1S^e eeuw was de eigenaar van die boerderij met ruim 82 ha land Cornelia 3ustus Philip Ooseph Baron van Spangen. 'Der Mensch fangt erst mit dem Baron an!' Een mondelinge overlevering kar, meer kleur geven aan wat nog rond 1850 plaats vond. Ik konstateerde, dat op 22 - 4 - 1858 drie kinderen van betovergrootvader Daniël Boonman (1804 - 1870) trouwden. Toen ik dat feit aan een oom vertelde, kon hij zich dat als verhaal van zijn ouders herinneren en hij voegde er aan toe, dat op die drievoudige trouwdag de schoonmoeder van één der drie bruiden 'dood boven aarde' lag. De mas sale bruiloft ging toch door, 'want het was met de pas toor nu eenmaal zo geregeld'. Het betreffendebruids paar was direct na de huwelijksvoltrekking naar huis gereden, maar met de andere twee bruidsparen werd brui loft 'gevierd'. De genealoog moet voorkomen, dat men over vijftig jaar weer zal verzuchten: wat is het toch jammer, dat van onze grootvader, grootmoeder en verder terug, niets 4- 4o bekend is over hun werk en karakter. Wat hij heeft gehoord of met eigen ogen gezien, moet hij in een biografische schets vastleggen en daarbij uiter aard proberen Wahrheit en Dichtung uit elkaar te houden. Dat laatste blijft moeilijk, want altijd speelt in de herin nering de verbeelding mee. De schetsjes zullen altijd een onvolledige en eenzijdige waarheid opleveren, zeker als daarbij iets van.het over-de-doden-niets-dan-goeds zou meespelen. Ik zal me ervoor moeten hoeden, genoemde opa niet te zeer als een altijd uitgeruste boer vol snedige opmerkingen en met een voor zijn tijd opmerkelijke vakantie- drang uit te beelden. Hij mocht namelijk graag alleen met nog een andere boer en heren geestelijken afzakken naar Rome, Venetië en menig bedevaartsoord in Frankrijk. Ik heb hier een foto, waarop opa te paard zit naast de zon nig lachende pastoor. Op de achterzijde heeft hij geschre ven: Gavarnie '26. 'Het rijke Roomse leven' heeft de Zeeuwse knollen achter zich gelaten (op de foto is de pndere boer en de andere geestelijke ook te zien) en ge vieren zitten ze hier op bergpaarden. Variatie delectat. Het is een aardige variatie op de vier paarden voor de Sasi fldfrco in Venetië. Dezelfde opa heeft door enkele stunts zich ooit enige tijd enig regionaal aanzien verworven en van zijn vele rake opmerkingen mag ik er hier wel eentje- vermelden. Rond 1960 rondlopend op de Goese markt wordt hij door een kennelijk met velen meelevend persoon gevraagd, of die ouwe Pier Boonman uit Lewedorp nog steeds leeft. Opa denkt na en antwoordt naar waarheid: "Volgens mij moet hij nog leven, want ik heb hem vanmorgen nog geschoren!" DE ROL VAN DE VROUW Het heeft er tot nu toe alle schijn van, dat in mijn genealogie de vrouw nogal buiten spel blijft. Naar Rome en zo ging zij ook al niet mee. Toch zal de vrouw een vooraanstaande plaats innemen en dat waarachtig niet vanwege feministische overwegingen. Wijn moeder zal ik' met recht het mooiste standbeeld geven. Zij was 'alleen maar huisvrouw', d.w.z. van veel kinderen

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1981 | | pagina 7