4- 55
dus precies eender.
De 'musse' eronder kon niet groot zijn» daar de hoed
het hoofd precies omvat! Dat" zien we duidelijk bij de pren
ten van Charles de Coster, bij ~Bing Braet en bij onze
houtgravures (verkleind) van 1869 (p. 51) en 1868 (p. 54).
Daaruit volgt, dat er toen geen of weinig verschil kon
zijn tussen protestant en katholiek. Sporadisch dragen in
1880 de protestanten nog de kaphoed» maar zelfs de foto's
van rond 1890 laten slechts minimale verschillen zien
tussen Deide groepen! Pas nè 1890 komt de geweldige ont
plooiing van de protestantse muts en de kantige behuiving
van de katholieke muts.
Volgens mededelingen van protestanten droeg men de
kaphoed alleen in de kerk. Hen zette ze af, als men moest
gaan staan (dan legde men ze op de zitting achter zich zo
lang neer). Zelfs bij het trouwen, als men "in den tuun"
zat» hield men de kaphoed op. Ook dan zette men ze af,
als men moest gaan staan3 Idem bij doopplechtigheid.
Aldus mevr. Quinten uit Hoedekenskerke in 1958.
We hebben een reproductie van een foto» waar een pro—
testbnirse opoe en haar kleinkind op staan, uit Yerseke»
rond 1880-'90Daar staat de opoe, in rouwdracht» met een
kaphoed op, gefotografeerd.
De katholieken volgen.
Mogelijk afgunstig op haar soortgenoten die protestantse
mutsen 'opdeden' en ziende, dat ze door het gebruik van
de kaphoed weinig eer van hun werk hadden, zouden het de
mutsenopdoensters geweest zijn» die de katholieken het
laatste duwrje gaven tot het in de steek laten van de
kaphoed. Zeker is, dat ds mussenopdoenster van Janna van
't Mestende te s-Heerenhoekhaar voorstelde, de kaphoed
Rj.et tneer te dragen, .janna deed dit en ze was de eerste
in 1894 die geen kaphoed meer droeg bij haar huwelijk met
Daniël Boonman ^zn. Heel gauw vond dit voorbeel navolg
sters. (Siene Boonman, haardochter1960).
Rond 1900 was de kaphoed bij katholieken nog alleen als
rouwdracht bekend. Tot rond 1915 is dit rouwgebruik in
stand gebleven. (Gezusters Drijdijk, Baarland, juni 1971.)
SOT»