De woordenschat van de Nederlandse dialekten vormt de onderbouw waarop de algemene taal is opgetrokken. Een dialektwoordenboek is dan ook een onmisbaar werkinstrument voor al wie op het één of andere terrein van de taalstudie werkzaam is. Ook andere vorsers, zoals historici, aardrijkskundigen, volks- en heemkundigen, enz., kunnen nut halen uit de volkstaal, want daarin ligt veel informatie opgeslagen over de geschiedenis, leefwijze en gebruiken van een taalgemeenschap. Het WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALEKTEN tracht aan die vraag te voldoen, maar richt zich evenzeer tot de belangstellende leek die iets meer over zijn dialekt te weten wil komen. Steunend op een uitge breide en grondige enquête, opgezet met de hulp van honderden plaatselijke medewerkers, wil dat ruim opgevatte woordenboekprojekt de woordenschat verzamelen van de dialekten gesproken in de provin cies Oost- en West-Vlaanderen en in Frans-Vlaanderen. Dit betekent meteen dat nu voor het eerst de woordenschat van Frans-Vlaanderen en verscheidene streken in Oost-Vlaanderen uitputtend wordt opgetekend. Het WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALEKTEN is geen alfa betisch, maar een systematisch woordenboek, dat in afleveringen ver schijnt. Daarbij wordt voorrang verleend aan de terminologie van oude of verdwijnende beroepen. De eerste aflevering behandelt een deel van de landbouwwoordenschatbouwland, weiland, wegen en toegangen. Een tweede aflevering, over boerenerf en behuizing, is in het vooruitzicht gesteld. Tegelijk verschijnt nu de INLEIDING tot het Woordenboek van de Vlaamse Dialekten, als een afzonderlijk boekdeeltje. Die bevat naast verantwoording van opzet en methode, en toelichtingen voor het ge bruik, een uitvoerig hoofdstuk over „Het Klankpatroon van de Vlaamse Dialekten" (met 54 kaarten) van de hand van Dr. Johan Taeldeman. Ook de namen van alle medewerkers en zegslieden zijn in de Inleiding opge nomen. In de eigenlijke woordenboektekst zijn de aanduidingen over uit spraak, geografische spreiding en herkomst van het materiaal zo een voudig mogelijk gehouden om de leesbaarheid niette fel te schaden. Een groot aantal woordkaarten en enkele illustraties trachten de geboden informatie aanschouwelijk voor te stellen. Om alle technische gegevens over uitspraak, lokalisatie e.d. voor de geïnteresseerde wetenschappelijke onderzoeker toegankelijk te maken, is per aflevering een WETENSCHAPPELIJK APPARAAT op offset ver krijgbaar, waarin bovendien de voor de enquête gebruikte vragenlijsten en een voorlopig alfabetisch register zijn opgenomen. DE VELDEN (KOLLEKTIEF) de boer is X naar de akker w naar de kouter O naar het land A naar het stuk, de stukken 0 naar het veld v te velde lopen, tot bij de gebouwen zouden komen. Vroeger gebruikte men daartoe hoofd zakelijk houten palen, verbonden met dwarslatten of -stokken; dit systeem is nu meestal vervangen door ijzeren spijlen op een laag gemetseld muurtje, gevloch ten metalen sierdraad of een betonnen sieriieining. Benamingen naar de materiële verschij ningsvorm van de bedoelde omheining worden hier niet herhaald. Men vergelijke de toepasselijke lemma's. Woorden waar in de verschijningsvorm is medebenoemd, zijn wel opgenomen; in het lemma wordt waar mogelijk een zakelijke toelichting gegeven. WVD 10, 15; Vandevijver. Afrastering van houten latwerk voor het woonhuis gelent, gelintfrek w. FV galent, galaejt, gzlent, gleing, glentglint (te Her- zele (Fr.) beton of ijzeren spijlen; te St.- Silvester-Kappel en Hondegem een ge metseld muurtje; te St.-Jans-Kappel ijzeren tralies) en WV noord galent, galent, galint, glent (te Alveringem en Oedelem houten paalwerk). geschotBeveren-IJzer gasjchot. grille z e 1 d z. WV griél(j)a, grielie (te Alveringem ijzeren spijlen), huistuin Ne vele ustun. schoting omg. St.-Pieters-Kapelle sjchootienga. schutselGijzenzele. schutting omg. Zande sjchutienga. verbod Stekene. 1.1.2. Akkerland 1.1.2.0. Bouwland DE VELDEN (KOLLEKTIEF) [Les champs (en général) the fields (as a whole) die Felder (im Allgemei- nen).] De volgende woorden worden gebruikt voor „het veld, de velden" in uitdruk kingen als de boer is naar het veld (om er te werken). 164

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1979 | | pagina 11