34
Maar zodra het matroosje dat wiste,
Als dat er zijn meisje zat vast,
Verzon hij 11ste op lis te
■dn heeft hij haar spoedig ontlast,
Op de dag liep hij vele keren
Rond het huisje heen als eèn dief
Des nachts sloop hij met een lere
Naar de kamer van zijn zoete lief.
Toen de vader fs morgens ontwaakte
En de leere voor het venster zag staan,
Riep- hij uit: i!0, God den Heere,
Mijn dochter is er vandoor gegaard"
En zij schreven toen brieven op brieven,
Heel België door en heel Nederland
Maar deze twee zoete lieven
Zaten samen in Engeland I
Na elk stukje op maat gezongen te hebben, liet men
het heiblok los. Dat zat met een touw en katrol opge
steld aan een driedelige stelling. Het eind van het touw
was gesplitst in verschillende einden, waarvan ieder die
hielp,, er. één kreeg, om zó het heiblok weer in zijn
hoogste stand te trekken, tijdens het zingen van het
lied.
Het heien van de vloed- en meerpalen te Philippine ge
beurde omstreeks 1899.
In 1900 is het "Philippiense kanaaltje" officieel voor
de scheepvaart geopend.
Na het indijken van de Braakmanpolderin 1952, was er
geen sprake meer van vaart, hoewel opk vóór die tijd de
haven al ver verzand was
TERN3UZEN
J.L. PLATTEEUW