der Heer lijk ne id reeds gesplitst door vererving?
want in bovengenoemd oorkondenboek komt onder nr666
een oorkonde voorwaaraan een zegel hangt van Jan Mulart
van Borsselen (Wapen: Dwarsbalk, van boven vergezeld van
ctrie vijipuntige sterren en een schuinstaak over alles
heen) met het randschrift: S' Johis Mulart De: Wisseker-
ke Zegel van Jan Mulart van Wissekerke). Deze oorkonde
is van Maart 1289
Voor ^de betekenis van dit randschrift dienen we te weten,
ddt Jan Mulart, die een bastaardzoon was van Hendrik van
Borsselen gezegd Wisse, en een halfbroer van Wolfert van
Borsselen van der Veere, getrouwd was met Beatrix van
Haarlem Willemsdochter, Vrouwe van Wissekerke» Deze Bea
trix had klaarblijkelijk een aandeel in de heerlijkheid Wis
sekerke als huwelijksgift meegebracht» Het is echter "ook
wel mogelijk, dat hier Wissekerke op Zuid-Beveland, nabij
Goes, bedoeld wordt.
Br is van Jan Mulart n6g een zegel bekend, aan een oo^
fnQe van Maart 1298» Het randschrift van dit zegel luidt:
oigilum: JonannisDe; Bersalia: Militis (=Zegel van Jan
van Borsselen, Didder). Misschien is de grond in Wisseker
ke verkocht, want als Beatrix na Jan's dood in 1317 her-
i iLe ier^lt van Heemskerk, horen we van Wissekerke
niets meer. Ook brj de twee dochters van Jan Mulart Kat--
-Ljne en Larie „elke laatste „as getrouwd met Hicoiaas
Kervrnck van .Heimerswaal (1327), blijkt nergens iets van
eigendommen in Wissekerke.
Behalve in Noord-Beveland had het geslacht Wissekerke
nog vele andere bezittingen. De rentmeester Anthonis Jan-
zoon voornoemd, kocht in lV70 van de weduwe van ziin broer
uendrxk, de heerlijkheden Couwerve en Tholsende (in het
Verdronken Land van Zuid-Beveland). Couwerve was door de
grootveoer van Anthonis (die ook Hendrik heette) in lWl
van de graaf gekocht en acht generaties van Wissekerke
waren ook Heer van Couwerve.
kiet alle leden van het geslacht voerden hun wapen in
nezeligo uitvoering. Zo voerde Cornelis Hendrickse van
Afb 3 Af'b Zf
Wissekerke t Verekin", die in lk9k leenman van de grafelijk
heid wordt genoemd, een gesp vergezeld van een zwijnskop (zie
afb. 3)« tiet was waarschijnlijk diens zoon, Hendrick Cornelisz^
'h Vereken, die in 1515 dijkgraaf was van her WesterQ.erG.end.eel
van Noord-Beveland.
Hendrik Hendriksz van Wissekerke, in 1^+9^ notaris van de Hoge
Vierschaar in Zeeland, voerde een gesp in de benedenhelft van
een doorsneden veld.
Claes Hendriksz van Wissekekrke, in 1529 schepen van Middel
bun, voerde een gesp en twee eikels in d.e benedenhelit van
een doorsneden veld (afb. k)
Aangezien bij deze laatste wapens het veld doorsneden was,
moet het ook twee kleuren gehad hebben. Op zegels is dit
uiteraard niet te zien.
Sommige leden van het geslacht hebben het wapen gevoerd met
een schildhoofd van goud, waarin een zwarte adelaar. Dit zou
een onderscheidingsteken kunnen zijn, verleend door de konin
gen van het Heilige Roomse Rijk.
De gesp kwam in elk geval steeds in elk wapen voorhet was
door de eeuwen heen het symbool van het geslacht Wissekerke.
Na de St. i'elixvloed van 1530, waarbij heel ÏIoord-Bevelana
ten onder ging, duurde het tot 1652 voor met de bedijking van
de huidige Wissekerkepolder een deel der gronden van de heei-
lijkheid Wissekerke weer in cultuur kon worden gebracht. Het
geslacht Wissekerke kwam daar echter niet rneer aan te pas.
De laatste Keer van r"rissekorke uit dit geslacht was ja-illis
Hubrechtszoon, achter-achterklei ïzoon van Anthonis Janszoon,
I