- 26 - lezendat 'Vrouwe Jacob' ook nog wel onder deze linden zou hebben geminnekoosd, inplaats van deze te hebben geplant. De linde zou een lieflijke, beschermende en heilige boom bij uitnemendheid zijn. De snelle groei was een uitkomst bij de rechtspraak; een waardige opvolger van de stoere, te langzaam groeiende eik met zijn meer open kroonDe linde heeft vlugger een gesloten kroon om een waardige rechtspraak te houden bij "het ter kimme gaan van de Zonne". De vier rechters zitten ieder op een graszode- bank, elk onder een der vier linden; de hoofdrechter zittend onder de westelijke boom, kijkend naa.r het oosten. Wodan in het open veld, had een vrij toezicht op de rech ters Verandering der tijden, bracht verandering in de recht spraak: na het kasteel, had ze plaats in de herberg. Waar kon men de herberg beter plaatsen dan onder de vier linden bij 's-GravenpolderStenen en funderingen heeft men bij het rooien der oeroude bomen niet gevonden. Zijn souvenir jagers ons vele jaren voor geweest, of is een of ander oud schuurtje in 's-Gravenpolder er van afkom stig? Dan hadden we toch nog wel iets van een puinsleuf moeten vinden niets daarvan echter I Ook zouden minnaars hier elkaar hebben gemeten; de ver- slagene werd door de geliefde onder de linden begraven; en dit moest met de hand geschieden zogezegd: uit het vuistjeMaar, ook de botten waren niet meer te vinden. Sterk bleef echter de aantrekkingskracht van de herberg zich gevoelen op de spelerijers van voorheen. Was het nog altijd de geur van de wijnkroes en de bierkruik, of het minnekozen van Vrouwe Jacoba, die de spelerijers hier, en niet onder een andere lindegroep, deden rusten? Al met al zijn er zeer veel geheimenissen rond deze bomen geweven, die sterk tot de bewoners van het Goesse Land hebben gesproken. Daarom is het juist zo in- en in-droe vig, dat zo;n stuk folklore verdwenen is. De bomen aan de Meeldijk, nu staande op een heuveltje, - 27 - harmoniëren niet meer zo mooi in het landscha.p. Maar laat ze toch in vredesnaam staan. Bij het laten staan van De Vier Linden had het landschap misschien een ietsje van zijn verhoudingen moeten inboeten. Daarom was dit geen reden, ze op te ruimen. Er is zoveel,dat niet in ons Zeeuwse landschap past. Zeker niet alle mogelijke fabrieken en de autokerkhoven die als paddestoelen uit de grond verrijzen Het planten van De Vier Linden door Jacoba van Beieren kan naar het rijk der fabelen verwezen worden; evenzo de recht spraak onder deze bomen, de herberg en de naijver van toe komstige bruidegoms. De gedachte van een grensscheiding mag men zo maar niet voorbij gaan. Juist op de kruisingen van wegen en dijken ziet (zag) men ze staan, de aantallen variërend van 1 tot 4. Ik vind het echter eigenaardig, dat men nog nooit (naar het schijnt) eens een verantwoording van de aankoop van lin debomen heeft gevonden. Over de leeftijd dezer bomen heerst een grote spraakverwar ring. Oud waren ze ontegenzeggelijk, maar geen 500 a bOO jaar, zoals men wel eens wil beweren. Ik schat ze op 250 a 500 jaar. Zie daarover "In memoriam .De Vier Linden", in de P.Z.C. van 10 mei 19&7 van mijn hand. GOES Kr. GOUDZWAARD OOST-KETELAAR Ter verduidelijking wilde ik aan het vorige artikel nog het volgende toevoegen: Pieter de Jonge, geboren in 1Ö20 te Ovezande, was de zoon van Dignus de Jonge. Dignus was geboren in 1793; Jie heeft gewoond aan de Noldijk te Ovezande. Dignus was de zoon van Pieter de Jonge, geboren in 17&9. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat laatstgenoemde Fieter een zoon was van Willem de Jonge, geboren in 173^. Ku is het voor mij maar moeilijk te begrijpen, dat een jongen van 16 jaar reeds toen

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1967 | | pagina 4