-60- daar de woorden "minstens" en "hoogstens" inlast»)) Voor de avondschool zal in die avond klassen betaald wor den f -.30 -.73 en f 1.- doch die tevens de dagschool houden zullen volstaan met de helft. Voor het schoolonderwijs en de schoolbehoeften het geheele Jaar door te geven. ian 1de kinderen van armlastigen en van zoodanige minver mogenden aan welke door het Plaatselijke Bestuur bereids is of in 't vervolg zal worden vergund, het kosteloos on der wnnszal Jaarlijks uit de Gemeente kas worden toegestaan de Som van vif en zestig Guldens. Art. 3 De Onderwijzer zal verpligt zijn voor deze schoolgelden de leerlingen te voorzien van al het volstrekt benoodigde voor het onderwijs als leyen en Griffels, voor alle klassen Schrijfboekjes van goed papier, desgelijken inkt en pennen voor de Schrijvers, en alle benoodigde leer-, lees- en re- kenvruchten voor alien.. Met uitzondering der volgeschreven boekjes, welkede kin deren des verkiezende zullen mogen medehemen, blijft dat alles het eigendom des onderwijzers of der school en in de scnool achter. Geeft hij echter de kinderen geschonden en daardoor onbruikbare leer- en leesboeken of geene goede schoolbehoef tendan zal hij telken reize dat dit door den Burgemeester of Schoolopziener of Flaatselijke Commissie van toezigt ontdekt wordt, eene boete betalen van f 1.50 ten voordeele der armen in te korten op zijn bezoldiging. Art. 4 Eindelijk is aan den Onderwijzer opgedragen de zorg voor het uurwerk en het luiden der klok driémaal daags ®s mor gens ten acht, 's middags ten twaalf en 's avonds ten 7 ure; hieronder is ook begrepen het luiden der klok bij alle andere particuliere gelegenheden en het uithangen der to- renvlagZullende hij daarvoor Jaarlijks genieten eene Som van f 23- Het zal den Onderwijzer vrijstaan dit op zijne verantwoorde lijkheid en onder goedkeuring van den Burgemeester door an deren te lrten doen mits de persoon bepaaldelijk aan deze - 61 - zij aangewezen en door hem goedgekeurd geworden. Ten slotte wordt de Onderwijzer herinnerd aan de Strafbe palingen welke door het 11 artikel van het Provinciaal huis houdelijk Reglement tegen onwillige nalatige en zedelooze on derwijzers zijn vzstgesteld.. Aldus gearresteerd in de Gemeente Raad van Hoedekenskerke den 21 April 1832. De Burgemeester, De Secretaris, (w.g.) P. Verschraage (w.g.) J. de Fouw Jz. OOST-KETELAAR I D ewoning Toen in 1612 de Nieuwe Kraayertpolder in de gemeente 5s-Heer Arendskerke bedijkt werd, is men natuurlijk spoedig begonnen met de bouw van een aantal boerderijen en arbeiders woningen. Bezit de Oude Kraayertpolder nog een aantal kromme wegen, al zijn ze lang niet zo bochtig als de veel oudere wegen in De Poel, vanaf de zeventiende "eeuw is men radicaal van sys teem veranderd: de oorspronkelijke wegen zijn kaarsrecht. In het bedijkingsjaar zelf is men nog begonnen met o.a. de boerderij "Zemphoek" te bouwen»- Noch het oorspronkelijke huis, noch de eerste boerderij zijn gespaard gebleven. In 1613 kwam "Oost-Ketelaar" aan de beurt. De plattegrond van het. oorspronkelijke gebouw is nog duidelijk te constateren. De mooiste kamer kreeg de naam keuken en is langer dan eer eeuw zomer- en wintervertrek voor de bewoners geweest. Daarnaast kwam een schier even groot 'vertrek, dat als pronk kamer bedoeld zal zijn geweest. Van daaruit en vanuit de oorspronkelijke gang komt men in een boven de grote - in deze eeuw wat verkleinde - kelder gelegen opkamer, die aan vankelijk voorzien was van twee bedsteden en waarin thans o.a. de douche is ondergebracht. Tussen deze kamer en de gang bevind.t zich nog steeds een tweepersoonskinderbedstee De grote woonkeuken is aan twee zijden betegeld. Voor wie

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1966 | | pagina 7