- 58 - DE BRIEF VAN FIETERNELLE Van twee kanten kwamen reacties over de brief van blz.35: van de Keer J.C. de Baar te Den Haag en van de Heer M.A. Vermet uit VoorschotenLaatstgenoemde stuurde de geschre ven copie van een oudere versie, plus nog enkele andere ''brieven", van Aerennoud, waarop we nader terugkomen. Namens de lezers beste dank J Dhr. De Baar schreef: De leeftijd van dat schriftuurtje is aanzienlijk ouder dan van 1900. Bij het lezen van V.Z. bekroop me gaandeweg het gevoel, dat ik de briefschrijvende Pieternelle al eens eer der had ontmoet. Vergelijking met het gelijknamige stukje in de "Zeeuwsehe Volksalmanak voor het jaar 1836" bevestigde dat vermoeden. Kennelijk heeft "Fernelle", die haar eerste brief dateerde met "Sraskerke den twellefden Juni 183^-", in later jaren de verfijnende invloed van de koekestad ondergaan, want in 1856 heet ze al "Pieternelle". Ook is haar taalgebruik wat gekuist, want het lopende gerucht wil niet. meer, dat onze schutter "kapot" is, maar netjes "Overleefd"; de zoon van de schout (die functie was misschien in 1856 nog niet uit het spraakgebruik verdwenen, maar moet rond de twintiger jaren van de vorige eeuw zijn opgeheven) hoeft noch zijn "anksjes", noch zijn "andjes" uit te steken; de kinderen "frete" niet langer mama's oren af, maar "ete" nu hetzelf de gerecht; paps, die eertijds "bi Piertje" placht te "zupen", zit er nu (als een gootsteen te "borrelen", etcetc o De Volksalmanak besluit het stukje met de aantekening: "(medegedeeld door den heer J.F. Bosdijk)", dus vermoede lijk was het toen ook al zoveelstehands De pointe van de dierkundige opmerkingen aan het slot ontgaat me volkomen. Vat dhr. De Baar in dezelfde brief nog als aanvulling geeft over de tierelantijnen op de wapenschilden van het oude Barbestein te Heinkenszand en de Heren Nassau-Odijk, zullen we in de volgende jaargang hopelijk verwerken. INSTR)UCTIE (in origineel R weggelaten) Vervolg van biz.18 Ar t1 De Onderwijzer zal zich behalve het in de schoolorde voor- geschrevene tevens stiptelijk moeten houden aan de volgende bepalingen liet uitzondering van de Zaterdag, de Zon- en feestdagen en de straks te vermelden vacantien is hij verpligt school te houden gedurende het geheele Jaar en wel des voormiddags van 9 tot half twaalf ure. des namiddags van 1 tot half vier ure des avonds van 5 tot zeven ure Zoodat er zich namelijk voor de avondschopl tien leer lingen hebben aangemeld. Als rusttijden worden verguifd a o De halve Paasch-, Pinkster- en kersweken, de kerkelijke en burgerlijke feestdagen, te weten, de bededagen, nieuw jaarsdag, de beste toondag te Goes, enz. (b.) li^rste dingsdag in Mei en den dag der algemeene verga dering der Onderwijzersgezelschappen in Julij. Verdere vacantietijden kunnen evenmin als uitbreiding der toegestane verkregen worden dan door bijzondere vergunning des Burgemeesters van welke alsdan terstond berigt moet wor den gezonden aan den Schoolopziener en de Plaatselijke Com missie op de bij art. 5 der Schoolorde bepaalde wijze. Art. 2 Bij het berekenen der schoolgelden zal stipt gevolgd worden het bij dezen vastgesteld wordende tarief, te weten voor de laagste klasse veertig cent middelste klasse vijf en dertig cent hoogste klasse vijf en zeventig cent. Boven hetzelve zal door den Onderwijzer in rekening gebragt worden voor Schoolbehoeften voor kinderen van de laagste klasse 10 cent, de middelste klasse 10 ct, der hoogste 25 cent in de vier weken en dus in 10 weken in het geheel niet meer dan -.50 -.75 en -F 1.- zullende nog thans het ge deelte eener week voor een geheel gerekend worden Hier kan in deze arithmstica wat licht komen als men hier en

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1966 | | pagina 6