- li - de klasse worden' steeds gezamenlijk onderwezen, terwijl voorts gezorgd moet worden, dat alle anderen-hare bezig heid hebben- Tot dat einde zullen de Leerlingen derzelfde klasse het zelfde boek moeten gebruiken en zooveel mogelijk op een bord onderwezen worden. - Ar 't4 5 ..Schooltijden .Gr zal gedurende het gansche Jaar door School worden ge houden op de dagen en uren in de Instructie aangewezen, met uitzondering der vacantie tijden, aldaar omschreven. "Janneer de Onderwijzer door bijzondere en onvoorziene Omstandigheden genoodzaakt mogt worden buiten de vacantie rtijden de school voor een of meer dagen te laten stilstaan, zal hij v'erpligt zijn daartoe de vergunning te vragen van het hoofd van het Plaatselijk Bestuur. En daarvan dadelijk en schriftelijk met vermelding van. redenen kennis te'"geveTi aan den Schoolopzie ner en de Commissie van toezigt. Art. 6 Op de vastgestelde uren zal de Onderwijzer zich 'in de school moeten bevinden -om de werkzaamheden te regelen en de lessen zullen' dagelijks na klokslag eenen aanvang nemen. De te laat komende Leerlingen worden wegens dit pligtsverzuim onderhouden en indien dit meermalen plaats heeft, ook ge straft. Art. 7 De Onderwijzer zal gehouden zijn elke schooltijd van het begin tot het einde in de school tegenwoordig te zijn, zich met niets anders dan met onderwijzen bezig houden en zonder redenen van noodzakelijkheid zich niét buiten dezelve mogen begeven. Hij zal zorgen, dat de Scholieren niet onnoodig naar buiten gaan en dat zij zich gedurende den ganschen school tijd stil en aandagtig, alsmede op Straat steeds werkzaam, zedig en beleefd gedragen. Daarenboven zal hij het voorbeeld van zindelijkheid moeten geven en toezien dat en zijne helpers en de kinderen altijd zindelijk en wel gewasschen en gerei nigd ter school en de-' kindc-ren in een tegenovergesteld ge val naar huis terug zenden en voor dien schooltijd niet wedor 'toelaten. - 17 - Art - 8 De Onderwijzer zal ook het schoolvertrek steeds rein en zuiver moeten houden en des winters behoorlijk verwarmen, als mede gedurende het gansche Jaar tusschen de schooluren luch ten en 's wekelijks ten minste tweemalen laten zuiveren. Bij het eindigen van elke les zal hij het gebruikte schoolgereed- schap etc. terstond behoorlijk in de kassen wegbergen en laten wegbrengen, opdat ten allen tijde orde en netheid heersche en niets op tafel of banken slingere en als te koop legge. Art9 De schooltijd zal het zij 's wekelijks hetzij dagelijks met een kort en gepast christelijk gebed, op eene eerbiedige wijze verrigt, geopend en gesloten worden; bij die gelegenheid zal ook iets toepasselijks ter afwisseling mogen gezongen worden en zulk zingen dagelijk^ behooren plaats te hebben te midden der lessen wanneer de kleinen bij de hun nog ongewone langere spanning lusteloos worden. Art.10 Aanneming van Leerlingen. De Onderwijzer zal geen kind als scholier mogen toelaten zonder zich vooraf verzekerd te hebben dat hetzelve de na tuurlijke kinderziekte heeft gehad of de koepokstofinenting heeft ondergaan en zal daarvan ter zijner verantwoording aan- teekening moeten houden in een bijzonder schoolregister en deze aanteekeningen aan den Schoolopziener en d^ leden der Commissie van toezigt bij hunne bezoeken overleggen. Bij het onverhoopt uitbarsten van besmettelijke ziekten zal de Onder wijzer de kinderen uit zoodanige huizen in welke deze ziekte heerschen uit de school verwijderd, en tot aan derzelver volle die kinderen welke het hoofdzeer, schurft of andere walge lijke kinderziekten besmet zijn en bij doorgaande onreinheid, waaronder mede morsigheid en ongedierte verstaan worden, zal de Onderwijzer het kind, na bij hethaling voor eene enkele les te zijn afgewezen, eindelijk voor goed wegzenden. Art.11 Straffen en belooningen. De Onderwijzer zal zich voorts zorgvuldig moeten onthouden van alle ligchamelijko straffen als strijdig met een verstan dig en zedelijk onderwijs. Hij behoort door een wils, eenparig genezing verwijderd houden. Hetzelfde zal plaats hebben met

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1966 | | pagina 10