- 66 - En dan is 't eten nog slap En 21 keer in de week dunne pap I Twee Borsselse boeren besloten,het eiland Zuid-^eveland eens rond te wandelen. Dit kostte hun 13 uur lopens Toen ze weer in Borssele waren, zei iemand tegen hun: "Wat hebben jullie toch weinig verstand." Een van de twee wandelaars zei hierop: "Als jij dan een groot ver stand hebt, hebben wij in elk geval betere potenJ" Op zekere dag wilde een boerenvrouw de Goesse kermis gaan bezoeken. Ze wandelde naar het station koord Kraai- ert en vroeg aan het loket: "Mag ik een kaartje naar de kermis? Voor vanavond heb ik er geen nodig, want een buurman heeft me beloofd, dat ik dan mee mag rijden." In de vorige eeuw was het gewoontedat een knecht de drie wintermaanden diende voor nauwelijks een pond, (f 6) Toen de boer een knecht op 1 maart in kleingeld uitbe taalde, smeet die het meteen op de grond en begon zich over dat geld heen te wentelen. De boer vroeg hem, wat dat te betekenen had. De knecht antwoordde: "Nu heb ik ook eens het genoegen, me in mijn geld te wentelengelijk de rijke mens en I" Zo was het gebruikelijk, dat men op de boerderij .steeds een inwonende knecht en een inwonende meid had, wat door gaans strobbelingcn teweeg bracht, tenminste overdag. Maar 's morgens, als beiden om 4 uur in de schuur moes ten zijn (hij voor 't verzorgen van de paarden 5 zij voor 't melken van de koeien) gingen de moeilijkheden van daags t voren wel eens over in ochtendlijke lief desuitingen Het gebeurde eens, dat de knecht voetstappen hoorde in de voorrang. Ilk or ter,stond op af om de meid haar mor- - 67 - genomhelzing te geven. Maar in de donkerte had hij een ver keerde te pakken: het bleek de vrouw van de baas te zijn, die van dergelijke liefkozingen niet was gediend. De knecht werd direct zijn dienst opgezegd en hij kon zijn biezen pakken Op een andere boerderij was het ook minnetjes gesteld met de kost. De eerste knecht verveelde dit .en ..hij bedacht een truc. Toen hij weer naar tafel ging, stroopte hij zijn mouwen zo hoog op als het maar kon, zonder iets te zeggen. De boer vroeg hem, wat dit te betekenen had. De knecht antwoordde: "Baas,, ik ga duiken om een gortje in de karnemelksepapI üf het geholpen heeft, vermeldt de historie niet. OVEZANDE P. RIJK Azn ZEEDRIFT in 13^3 Hoewel de Walvisvangst door de Nederlanders pas startte in het begin van de 17de eeuw, was walvisvlees, -spek en -traan lang voordien in deze streken bekend. In 'De rekeningen der graven en gravinnen uit het Hehegouw- sche Huis' door DrH.J. Smit, d.l 2 Nalezing, 1929 vonden we op p 353 het volgende verhaal: cdes Zondaghes na Halfastene soe quamen jeghens Domburgh an 't land twee vate, gheladen met balayne het mnl woord voor: walvis); daerof dede Heynric Poppensone zieden een deel balaynen ende die dede hi voeren in Vlaenören ende te vele steden in Zeeland omme te vercoipene, ende darof quam van 957 ponden, diere vercocht waren: 3 lb 5 s 7 d soc. item ontfaen van 66 stoip smoutsdat viel van den vorzeyden balayne, diere ghezoden was6 s 8 d soc.*, item vercocht 200 pont rauwe balaynen omme 12 s 6 d soc..; dit coemt in sommek lb k s 9 d soc.. Hierof slaet men van waghenhuren ende van arbeyde van desen tween vaten met balaynen van den d.unen in Middelburgh te bringhene28 d soc.; item van der lude coste binnen 6 daghen, die. dese„.balayne zoden ende be-

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1965 | | pagina 37