NOORDBEVELANDSE boerendracht
- 32 -
en wereldbol, aan de achterkant de klimmende leeuw
met het wapen, een klimmende leeuw, in zijn klauwen.
De ridders van Bronkhorst waren al zéér machtige heren
ze waren niet alleen Heer van Baar, maar ook van Baten
burg (met een eigen munt), Manderscheid, Blankenlieim,
Stein en Roucy Daun.
Op een zilveren daalder van 1577 van Herman Dirk van
Bronkhorst (1573 - 1612), geslagen voor de Baronnie
Batenburg, zijn al deze wapens afgebeeld.
De resten van het eens zo machtige kasteel te Batenburg
zijn nog te zien.
De Ludgerusdaalder van Baar is zeer zeldzaam.
GOES
F.A. PEMAN 'ïiAKEBESKS
FOSSIELE KIES
k auwvlak
1/1
Deze kiesuit de boven
kaak (bovenmolaar) van
een verre voorouder van
ons paard (Equus speci
es) werd vorig jaar
door mij gevonden in het
Verdronken Land van
Zuid-Beveland (Nieulan-
de)De grootte van
deze kies vergeleken
bij de kies van ons he-
de nd a.ag spa ar dmoet
dit dier waarschijnlijk
reusachtige afmetingen
gehad hebben.
Beenderen en tanden,
afkomstig van olifanten,
reuzenhert, wolharige
ne usho o rnm ammo et, bi
zon, enz. en schelren
- 33 -
van schelpdieren, die allen geleefd hebben in het Oud-
Pleistoceen en Pleistoceen (Ijstijden), een periode in
de aard-geschiedenis die ongeveer een miljoen jaar ge
leden begon, worden door de vissers in de Ooster- en
Westerschelde in hun netten opgehaald, vooral bij de
Roompot en de Put van Domburg op - 20 meter diente in
de Oosterschelde5 in de Westerschelde bij Terneuzen.
Elk( jaar maken geologen en andere geleerden een boot
tocht op de Schelde om de overblijfselen van deze fos
siele dieren op te vissen (bottenvisserij)
Volgens bekende geologen moet in het begin van het
Pleistoceen de zuidelijke oever van de toenmalige Noord
zee ongeveer midden door Zeeland gelopen hebben in
oost-westelijke richting? Het Kanaal was toen waarschijn
lijk nog land.
De lagen, waaruit de fossielen losgespoeld zijn, zijn in
zee afgezet, dicht in de buurt van de kust, of in een
riviermond.
GOES F A. PEMAN KAKSBLEKE
We kregen_ van dhr. C.P. Zuijdweg te Kats enkele vorige-
eeuwse houtgravures onder ogen, staande in het boek van
H. Havard, :rLe coeur du pays:: (Paris, 1878). De eerste
(t.o. blz.'Al) stelt voor 'L'enterrement dfun enfant
a Js-Gravendeelen de andere (t.o. blz. 212) rLe dijk
graaf Van Leeuwen (oudoom van Zuijdweg)
Vooral de gravure van Van Leeuwen is duidelijk (D'après
une photographie)ze laat ons zo goed als zeker het
Noordbevelandse costuum zien zoals dat nu op Zuid-Beve
land nog precies eender wordt gedragen (zij het dan
door nog slechts zeer weinig mannen). Alleen de hoed
is een Ttun~oedT met zeer kleine rand. Er zijn geen
broek- en dasknopen te zien, maar die werden wêl gedra
gen (aldus Zuijdweg)
De begrafenis, voorstellend een drager, die in een