- 44 -
PLAATSNAMEN OP ZUID-BEVELAND
(Vervolg van blz. 18)
We.meenden op blz. 15 vrij duidelijk aangegeven te heb
ben, dat wij niet bedoelden de steen der wijzen van de
toponymie te hebben gevonden. Ook dachten we, dat het
niet aanging, plaatsnamen, waarvan men de schrijfwijze
sporadisch in de 12de eeuw en pas voorgoed in de 15de
eeuw ontmoet, een oudgermaanse uitleg te geven.
Als Dr. Gysseling dit doet, is dat ongetwijfeld zijn
goed recht, zoals het het.goed recht van Dr. J. de
Vries is, een andere verklaring te geven. Is het niet
denkbaar, dat er nog meer mogelijkheden zijn?
In "Zelandica" van de P.Z.C. van 5 juni 1964 trekt dhr.
M.P. de Bruin van leer tegen onze uitleg van Zuidbeve-
landse plaatsnamen. Dat is (eveneens) zijn goed, recht.
Maar gevaarlijk is het, Dr. Maurits Gysseling alléén
aan het woord te laten en het voor te steilen, alsof,
dit ngrote tweedelige Toponymisch Woordenboek van Bel
gië, Nederland, Luxemburg, Noord-Pr ankrijk en West-
Duitsland (vóór 1226)-" het laatste woord op dit gebied
zou zijn. Toevallig vernamen we, dat pp dit werk dopr
(deskundigen evenzeer-kritiek best aai?, al was hpt al
leen al door de drang van Dr. Gysseling, zoveel moge
lijk plaatsnamen in verband te brengen met persoons
namen l
We.nemen hier nu enkele teksten uit het bedoelde stuk
':Zeiandica^, over:
Eliewoudsdijk. Oudst bekende vorm (1216) Elewoldesdike
Dr. Gysseling vermeldt het als afkomstig vap het., Ger
maanse Aliwaldas dika, of wei dijk van Aliwald (alja
vreemd; walda heerser).
Krabbendijke. Oudst bekende vorm Crabbendic. Deze naam
is samengesteld uit het Germaanse kralpban krab; 'en
dika dijk. Het heeft dus in tegenstelling met de be
wering van De Boo wèl met krab te- maken. Men mag niet
zo maar beweren: het lag vóór 1530 ver van zee; het
had toen niets met krabben en kreeften uitstaande. We
moeten uitgaan van een vroegmiddeleeuwse toestand,
waarin dit gebied aan de rand van oude kernen lag.
- 45 -
Evenzo is het met de naam Kattendijke (Cattindic in
1214) van het Germaanse katto kat dika dijk.
Tot zover de heer De Bruin. De uitieg van Krabbpn-
dijke hadden we kunnen weten; met de uitleg van Elle-
woutsdijk en Kattendijke blijven we verschillen van
mening. We zijn intussen toch dankbaar Voor de opmer
kingen van de heer De Bruin.
Van de zijde van Drs. J.M. Roof, mso, uit Goès ont
vingen we de volgende aanvullingen: -
's-HEER RÖBLOFSDORP. De' synoniemen die er bij staan,
maken het voor mij aannemelijk, dat hier bedoeld is:
SIRHELSDOHP .(kaart Hattinga uit Atlas .v. Prov. Zeel.
174? opgenomen) ten noordwesten van Kloetinge,
aan' wat nu op de topografische kaart heets De Stel-
leweg.' Ook de topografische kaart 1 s 25.000 verkend
1936, ged. herzien 1946' vermeldt aldaar Ts-Heer Els-
doipIn combinatie met Hattinga zou het dan moeten
gelegen hebben ten w. tegenover de Elsahoeve zoals
.die op de genoemde topografische kaart staat,
v.d. Aa, Aardrijksk. Woordenb deel'V 1844, geeft van
Hèe'r-Elsdorp 's of Sirrelsdorp aan dat het 20 min.
óóst' van Goes ligt,u n van Kloetinge, met 2 hui
zen, zijnde bouwhoeven, waarin 20 -inw.
Op de kaart van Ni-colaus Visscher (Z. Roman), van
ca I654 komt eveneens voor op dezelfde plek: Sir-
hel-sdórp, waarbij dan nog een kerk je getekend staat.
In een- rekening in het kerkarchief van 's-Heeren-
tioek las ik Quindamme geschreven voor Kwadendamme.
Kennelijk door een pastoor opgetekend die de klank
latijns schreef.
Onze oprechte dank voor deze aanvullingen*
In de molen zit ook nog een bijdrage op toponymisch
gebied uit (Nijmegen)-Ovezande. De toezegging kon
echter niet aan een .bepaalde datum opgehangen wor—
d.en. Komen doen die aanvullingen in elk geval4 we
hopen op het volgend1 jaar. -•
Bovenstaande moge aansporing zijn voor anderen, pok
eens in de pen te klimmen, als men wat spuien wil.