- 36 - Toen Napoleon in 1810 ons land bij Frankrijk inlijfde, voerde bij hier o.a. ook de conscriptie in. Bat was een van de middelen om de "glorie van Frankrijk1' te vergroten. Militaire dienstplicht werd dus ingevoerd. Maar niet in de vorm zoals wij die kennep: algemene dienstplichtSlechts een beperkt aantal van de daar voor in aanmerking komende jonge mannen behoefde werkelijk de wapenrok te dragen. Wie dèt werd uit gemaakt door loting. Be jongelieden van een bepaalde iichting kwamen op de aangegeven plaats en dag voor de lotingscommissie en namen uit een'grote bus een braxje met een nummer. Elke gemeente.moest een zeker aantal soldaten ieve- ren. Wie het laagste nummer hadden getrokken, kwamen het eerst in aanmerking om die "slachtoffers" te wor den. Wie een van de hoogste nummers had die "uit de bus gekomen waren", mocht met een gerust hart huis waarts gaan. Hoewel meestal werd die goede af loop eerst op andere wijze "gevierd" Begenen die een nummer hadden getrokken, dat "er tussen in lag" waren minder zeker van het feit, dat ze aan vervulling van hun dienstplicht ontkwamen. Werd één van de jongens die één der laagste- nummers had getrokken nl. afgekeurd, dan kwam de volgende -r aan de beurt. Net zo lang, tot het vereiste aantal "militairen" compleet was. Be keuring vond toen plaats na de loting. Eerst werden die met een laag lotnummer gekeurd en alleen als er daarvan werden afgekeurd kwamen de volgende nunmiefs aan de beurt. Bit stelsel werd na hét verdrijven der Fransen niet afgeschaft. Ook Willem I had een leger nodig en handhaafde het stelsel van de loting. Voor de jon gelui, die door een ongunstige loting tot vervul ling van hun dienstplicht werden aangewezen, was er nog een mogelijkheid om daaraan te.-ontkomen. Tenminste als pa het nodige geld had. Ban konden zij zich een remplaoant of plaatsvervanger "kopen". Dat was iemand die op zich nam om, tegen betaling van een zeker bedrag (meestal enige honderden gul dens), de verplichte dienst te volbrengen, in de - 37 plaats van zijn "opdrachtgever". Be laatste was daarmee van zijn dienstplicht af. Bit alles dient ter toelichting van het nog volgende, voor zover u van een en ander niet op de hoogte was. Wanneer we met ons genealogisch onderzoek bezig zijn, komen we natuurlijk ook aan verscheidene huwelijksakten Uit d.e vorige eeuw. In die akten kunnen we dan zoiets lezen als dit: "dat de man aan zijnverplichtingen voor de Nationale Militie heeft voldaan*." Als we dan daarna vragen naar de bijlagen van de betreffende huwelijksakte, kunnen we daarbij vinden het Certificaat van de Natio nale Militie, dat de bewijsgrond; voör het bewuste zin netje vormt- Aangezien de overheid weet dat-de meeste jonge mannen eens ten gemeentehuize hopen'te verschijnen* met hun^ uitverkorene aan hun zijde y. heeft zij hier oen prachtig controlemiddel op het voldoen .aan de diens'tplichtbepa- lingen in gezien. Zo werd diis de eis ^gesteld, dat bij huwelijk de man moest aantonen, dat hij daaraan voldaan had. Baartoe diende hem het voormelde Certificaat. Een voorbeeld van .zulk een bewijsstuk is'het volgende (letterlijk naar het origineel).: "Certificaat van de Nationale Militie. "JAN JOOSSE, geboren te Zoute 1 andeden 10 Junij 1799? "van beroep boereknegt, zoon van GBRRIT PIETERSE JOOSSB "en WILHELMINA JANSE AARNOUTSE, beiden overleden, is "ingeschreven voor de Nationale Militie binnen de ge beente Koudekerke in het jaar 18.18. "Op het trekkingsnommer 3 is hij niet opgeroepen en "heeft het hem tot geene dienst verpligt. "Signalement:-. Lengte 5 voet 3 duim 2 streek.Aangezigt: "Rond. Voorhoofd: Ordinair. Oogen: Lichtbruin. Neus: "Ordinair. Mond: Idem. Kin? Spits. Haars. Bruin. Wenk- "braauwens Idem. Merkbare teekenens Geen. "OndQrteekend door: Be Gouverneur van de Provincie - Zee19nd U ziet -- het Certificaat van een "gelukkige", die ondanks zijn lage "trekkingsnommer" aan de dienst ont kwam. Wat bet echter voor ons nog interessant maakt, zijn de er in vermelde genealogische gegevens, dio ons

Tijdschriftenbank Zeeland

Varia Zeelandiae | 1964 | | pagina 20