O Kerkuil. Foto André Eijkenaar WAT CIJFERS OVER 2016 IN VERGELIJKING MET 2015. Algemeen: Het aantal nestkasten wat we onder onze hoede hebben is nagenoeg gelijk gebleven. Het aantal nestkasten wat in totaal minimaal éénmaal is gecontroleerd is hoog namelijk bijna 98%. Een prima resultaat. Bezette nestkasten zonder te broeden. Als we hier kijken naar het oostelijke deel van Zeeuws- Vlaanderen dan zien we hier een afname van het aantal solitair verblijvende kerkuilen en een toename van het aantal paren kerkuilen zonder dat in deze nestkasten is gebroed. Voor het westen van Zeeuws-Vlaanderen kunnen we geen conclusies trekken omdat deze nestkasten in 2015 bijna niet zijn gecontroleerd door een tekort aan controleurs. Het aantal solitair en/of niet broedend paar kerkuil(en) heeft geen invloed op de aantallen broedgevallen. Het is niet ongewoon dat tijdens de broedsels de kerkuil-man zijn rust probeert te vinden in een nestkast in de nabijheid van de nestkast waarin gebroed wordt. Maar met deze cijfers hebben we wel een beeld van de bezettingsgraad van de nestkasten. Gemeten over het aantal gecontroleerde nestkasten is bijna 57% van de nestkasten in gebruik. Ie Broedsels. Het aantal geslaagde broedsels was in 2016 meer dan in 2015 maar ook het aantal mislukte broedsels is toegenomen. Bij menige eerste controle waren eieren en/of jonge kerkuilen aanwezig, bij de tweede controle vonden we de eieren niet uitgebroed en van de jonge kerkuilen niets meer terug gevonden. Dit alles veroorzaakt door het eerder genoemde voedsel tekort. Het aantal uitgevlogen juveniele kerkuilen waren 117. Van deze 117 juveniele kerkuilen zijn er 69 voorzien van een ring en zijn de gegevens zoals gewicht, vleugellengte en geslacht doorgegeven naar het Vogelringstation. Een belangrijk gegeven voor het succes van de kerkuil is het aantal juvenielen dat per nestkast is uitgekomen. Zoals al eerder vermeld zijn in 2015 West Zeeuws-Vlaanderen de nestkasten selectief gecontroleerd waardoor vergelijken niet correct zou zijn. 2015: Aantal juvenielen per nestkast OZVL 2015: 2,16 2016: Aantal juvenielen per nestkast OZVL 2016:1,82 2e Broedsels. Kort gezegd een drama en verrassend. Door het slechte voorjaar en toch het mooie najaar was een goed resultaat van het tweede broedsel verwacht. Maar niets is minder waar. Alle weinige tweede broedsels zijn allemaal mislukt. Er valt hier geen enkele juveniele kerkuil te melden. Diversen: Al meerdere jaren houden we ook de nestkasten bij die gebruikt worden door andere soorten zoals de holenduif en de kauw. Over 2016 is het aantal nestkasten bezet door de holenduif afgenomen en het aantal door kauwen toegenomen maar het totale percentage is afgenomen naar ruim 7%.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2017 | | pagina 5