Op de bladeren van de waterplanten kunnen algen groeien waar slakken op afkomen. Dit is ook al eerder waargenomen in andere on derzoeken (van den Berg, Rutten, Vendrig, 2002) (van Dam van der Velden, 1994). Door de aanwezigheid van waterplanten ontstaat er een gevarieerdere leefomgeving, en kan er een gemeenschap ontstaan met een relatief hoog percentage aan rovers. De rovers profiteren van de beschutting van de ondergedoken waterplanten (Soesbergen Rozier, 2004). In de zoete en licht brakke wateren komt er bij meer waterplanten een grotere leef omgeving ter beschikking, wat leidt tot een grotere soortenrijkdom.Ten opzichte van de afwezigheid de van waterplanten hebben wateren met waterplanten een groter aantal soorten rovers en een groter aantal indivi duen grazers. De taxonomische groepen bevatten meer soorten en individuen kevers, spinachtigen (watermijten) en libellenlarven. Bij meer waterplanten in de matig en sterk brakke wateren is er een groter aantal indi- Lijkt het u leuk om vlak bij huis mee te doen aan een laagdrempelige vogeltelling dan kunt u meedoen aan het zogenaamde MUS-project. MUS staat voor Meetnet Urbane Soorten, of wel tellingen van de stedelijke soorten. Denk aan soorten als Kauw, Koolmees, Merel, Ekster, Pimpelmees, Houtduif, Heggenmus etc. Zelf ben ik er 3 jaar geleden mee gestart en mijn ervaring is dat het niet moeilijk is en dat het niet echt veel tijd kost. Het project bestaat uit 3 tellingen per jaar, 2 in de ochtend en 1 op een avond. Elke telling bestaat uit het doen van een telling op 8-12 plaatsen die vooraf zijn bepaald. Op elke plaats wordt precies 5 minuten geteld. Alle soorten die gehoord en gezien worden mogen genoteerd worden. Doordatje ook naar de diverse locaties moet rijden ben je ongeveer 2 uur kwijt per telling, dus zo'n 6 uur in totaal. Zie voor meer informatie de link: https:// www.sovon.nl/nl/MUS Mochten er na het bezoeken van de site nog vragen zijn dan kunt u contact zoeken met Bert van Broekhoven via emailadres: bertusbvb@gmail.com. viduen vergaarders en fïltreerders aanwezig en is het aantal grazers minder. De taxono mische groepen laten onder andere ook meer soorten wantsen, niet-stekende muggen en meer individuen kreeftachtigen zien wat kenmerkend is voor de brakke wateren. Een ander aspect dat bijdraagt aan de toe name van biodiversiteit is de toename van minder dominante soorten, individuen of taxonomische groepen. Deze toename zorgt voor een evenwichtigere macrofaunage- meenschap. Wim Kaijser Verwijzingen Soesbergen, M., Rozier, W. (2004). De Betekenis van Natuurvriendelijk Oevers Voor de Macrofauna. Neder landse Faunistische Mededelingen 21,123-136. Van Dam, E., van der Velden, J. (1994). Natuuront wikkelingen Volkerak-Zoommeer 1992. Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer Afvalwaterbehandeling, van den Berg, M., Rutten, M., Vendrig, K. (2002). Een verkennend onderzoek naar de ontwikkeling van perifyton op waterplanten in de Veluwerandmeren. Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Af valwaterbehandeling.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2016 | | pagina 17