1
I
0
p
N
O
CD
P?
Resultaten
Uit de resultaten blijkt dat de effecten tussen
zoet en licht brak, en tussen matig en sterk
brakke wateren overeen komen.
Zoete en licht brakke wateren
Bij het begroeiingstype"Riet en ondergedoken
waterplanten" zijn meer soorten aangetoond
ten opzichte van de andere twee begroei
ingstypen. Dit is vrij logisch aangezien er
meer leefomgeving beschikbaar is in de
vorm van waterplanten. Bij de verschillende
begroeiingstypen blijken ook de verhou
dingen tussen de voedselgildes van elkaar
te verschillen. Er blijken meer soorten rovers
aanwezig te zijn bij het begroeiingstype
"Riet en ondergedoken waterplanten" (zie
figuur 1In figuur 2 is zichtbaar dat het aan
tal grazers (voornamelijk slakken) groter is bij
het begroeiingstype "Riet en ondergedoken
waterplanten". Ook de verschillende taxono-
mische groepen blijken bij meer structuur
anders te zijn. Er zijn onder andere meer
soorten kevers, spinachtigen (watermijten)
en libellenlarven, ook komen er meer indi
viduen slingerwormen, weekdieren, kevers
en kreeftachtigen voor.
Geen waterplanten
Riet Riet en ondergedoken
waterplanten
Vergaarders «Grazers «Rovers «Knippers Filtreerders
Figuur 1, aantal soorten bij zoete en licht brakke wateren
Geen waterplanten
Riet Riet en ondergedoken
waterplanten
Vergaarders «Grazers «Rovers «Knippers «Filtreerders
licht brakke wateren. Bij het begroeiings
type "Riet en ondergedoken waterplanten"
zijn er geen grotere hoeveelheid soorten
aangetroffen, wat vooral het gevolg is van
de al relatief lage soortenrijkdom bij deze
zoutklassen. De verhoudingen van het aantal
soorten bij de voedselgildes vertoont weinig
verschil bij de verschillende begroeiingstypen
(zie figuur 3). Het aantal individuen per voed-
selgilde vertoont wel sterke verschillen (zie
figuur 4). Wat sterk opvalt is het grote aantal
grazers bij het begroeiingstype "geen wa
terplanten". Dit wordt veroorzaakt door
verschillende soorten wadslakjes. Deze
wadslakjes hebben een voorkeur voor de kale
modderige bodems zoals intergetijdenge-
bieden,waarzedanookmassaal voorkomen.
Dit is ook hetzelfde wat hier gebeurt. Het
aantal filtreerders is duidelijk groter bij het
begroeiingstype "Riet en ondergedoken
waterplanten". Dit grotere aantal is veroorzaakt
door de brakwateraasgarnaal, die ook posi
tief op de aanwezigheid van ondergedoken
waterplanten reageert. In verhouding tot
de andere voedselgildes is het aantal ver
gaarders ook groter. Bij de taxonomische
groepen was zichtbaar dat er meer soorten
wantsen en niet-stekende muggen aanwezig
waren, ook zijn er meer individuen kreeft
achtigen.
Vergaarders «Grazers «Rovers
;iet Riet en ondergedoken
waterplanten
Knippers Filtreerders
Figuur 3, aantal soorten bij brakkere wateren
Geen waterplanten
Riet Riet en ondergedoken
waterplanten
Vergaarders «Grazers «Rovers «Knippers «Filtreerders
Figuur 2, aantal individuen en bij zoete en licht brakke
wateren
Matig en sterk brakke wateren
De brakkere wateren vertonen een andere
macrofaunagemeenschap dan de zoete en
Figuur 4, aantal individuen bij brakkere wateren
Discussie en Conclusie
Detoenamevan slakken bij het begroeiings
type "Riet en ondergedoken waterplanten"
wordt veroorzaakt door de toegenomen op
pervlakte aan ondergedoken waterplanten.
14