De invloed van waterplanten op de in het water levende
ongewervelden
Om de waterkwaliteit te verbeteren voeren
waterbeheerders bepaalde maatregelen uit.
Een gebruikte maatregel is het aanleggen
van natuurvriendelijk oevers (NVO's). De hui
dige onderzoeken naar NVO's in Nederland
zijn uitgevoerd in zoete wateren. Omdat veel
wateren in de provincie Zeeland brak zijn,
is er discussie ontstaan over het gewenste
effect van NVO's op de in het water levende
ongewervelden. Dit was aanleiding om dit
eens te onderzoeken. Voor het onderzoek
heeft het Waterschap Scheldestromen gege
vens beschikbaar gesteld, die ik statistisch
heb bewerkt. In dit artikel wordt daarvan een
samenvatting gegeven.
Onder een oever verstaan we: zowel het
droge als het natte talud rond de overgang
van land naar water. Het aanleggen van NVO's
moet de ontwikkeling van waterplanten
stimuleren, hierdoor ontstaat een betere
leefomgeving voor in het water levende
ongewervelden en de biodiversiteit hiervan
zou moeten toenemen. De hoofdvraag van dit
onderzoek is: Hoe verschilt de gemeenschap
van in het water levende ongewervelden bij
de aanwezigheid of afwezigheid van water
planten in brakke wateren?
Methode
In dit onderzoek zijn 3 verschillende begroe
tingstypen uitgezet tegen een reeks verschil
lende zoutgehaltes, namelijk: "Geen water
planten", "Riet" en "Riet en ondergedoken
waterplanten".
Bij elk begroeiingstype is er naar verschillende
eigenschappen gekeken: soortenrijkdom,
voedselgildes en taxonomische groepen.
Soortenrijkdom beschrijft het aantal soorten
in het water levende ongewervelden bij een
steekproef. Er wordt verwacht dat met meer
waterplanten het aantal soorten stijgt.
Voedselgildes zijn groepen van soorten
of individuen ongewervelden met een eigen
manier van voeden.
- Vergaarders: Dit zijn voornamelijk alleseters
en eten van alles dat op de bodem ligt. Veel
muggenlarven zijn bijvoorbeeld vergaarders
en zoeken kleine deeltjes op de bodem om
op te eten.
- Grazers: Dit zijn voornamelijk algeneters.
Hieronder vallen bijvoorbeeld verschillende
soorten slakken die met behulp van een
speciale tong de algen van een oppervlakte
afschrapen.
- Rovers: Dit zijn dieren, zoals kevers of libel
lenlarven die zich voeden met andere dieren.
- KnippersDit zijn dieren zoals mieren,
rupsen of kevers die met hun kaken planten
in stukken knippen en hierna op eten.
- Filtreerders: Dit zijn organismen, zoals bij
voorbeeld verschillende soorten schelpdieren,
die water naar binnen pompen en hier de
eetbare delen uithalen.
Taxonomische groepen zijn verschillende
groepen zoals wantsen, kevers, muggenlarven
of libellenlarven. Van deze groepen zijn het
aantal soorten of individuen gebruikt.