Het najaar van 2015 was abnormaal warm. Al in oktober waren er veel warme dagen en het was me opgevallen dat een aantal soorten insecten nog steeds aanwezig waren. Het leek daarom aardig om vanaf begin november in onze eigen tuin bij te gaan houden hoe lang de diverse soorten nog actief waren. Gefocust werd vooral op de kleinere soorten, met name op bijen, wespen, sprinkhanen en makkelijk herkenbare vliegen. Vanaf die dag deed ik bijna dagelijks een korte inspectie door onze tuin, en in enkele van de buurtjes. Daarnaast enkele keren per week een kort rondje per fiets door ons dorp Vo gelwaarde, waarbij enkele vaste toplocaties werden bezocht. Het ging dan om in najaar en winter bloeiende struiken die goed be schut stonden, zoals struikheide, klimop en Viburnum tinus. Met de uitzonderlijke warmte groeide de gedachte dat er misschien wel landelijke datarecords te vestigen zouden zijn. We zitten hier in Zeeuws-Vlaanderen immers aan de ui terste zuidwest grens van ons land. Met een datumrecord wordt hier bedoeld dat het insect nooit eerder zo vroeg of laat in het jaar in Nederland is waargenomen. Vliegende start 1 November 2015. De weerkaarten geven 18 graden aan voor onze regio. In de eigen tuin loopt in de windluwte de thermometer op tot boven de 20 graden, 's Middags sta ik gewapend met notitieblok, loep en fototoestel bij de bloeiende klimop. Een hele lijst aan soor ten blijkt nog aanwezig, waaronder wel elf soorten zweefvliegen en 9 soorten bijen en wespen. Al na korte tijd is er succes. Een Grasbij bezoekt de bloemetjes en dat heb ik nooit eerder zo laat in het jaar gezien. De landelijke datasite Waarneming.nl vermeldt slechts 2 waarnemingen ooit in oktober en merkwaar digerwijs ook 2 in november. Het is net geen landelijk record. Even later is het wel goed prijs. Er vliegt een Valse rozenzandbij. Gelukkig laat het diertjezich uitgebreid fotograferen. Deze soort vliegt normaal gesproken alleen in het voorjaar en op internet is zelfs geen enkele waarneming van na juni te vinden! Het is een tamelijk vers uitziend mannelijk exemplaar. Mogelijk is dit dier, door het aanhoudende warme weer verleid om veel te vroeg de overwinteringsplek te verlaten. Ondanks de warmte waren er toch ook soorten die november net niet hebben gehaald, zoals de Gewone bladloper die tot eind oktober bijna dagelijks te zien was geweest. De week erna daalde de temperatuur slechts geleidelijk aan ietsje, en we kunnen nog een keer 18 graden noteren. Deze abnormaal warme periode zullen we ons nog lang heugen. De eerste dagen van november sneuvelde het ene dag-warmterecord na het andere. De hele maand november was met gemiddeld 9,8 graden zelfs ruim 3 graden warmer dan gemiddeld. De insecten bleven als gevolg daarvan lang doorvliegen. Op 8 november was in de tuin nog een groepje vrouwelijke Vliegendoders (een soort graafwesp) actief met het vangen en verzamelen van prooi. Kennelijk waren ze nog steeds bezig met de bevoorrading van hun nest. Opnieuw bijna een datumrecord voor Nederland vanuit ons kleine tuintje! En ook de vrouwelijke geurgroefbij die de klimop bezoekt is haalt met slechts 5 dagen verschil een mooie tweede 5 plaatsopWaarneming.nl. i De eerste nachtvorst viel pas in de nacht van 22 op 23 november, met een graad of min 2. Deze vorst heeft veel insecten gedood. Diezelfde nacht stierf ook onze Zuidelijke boomsprink haan, die we kort tevoren in de tuin waarnamen. We vonden het diertje bevroren onderaan dezelfde boomstam waar we het de avond tevoren nog hadden zien rondkruipen. Na deze vorst zagen we veel kleinere aantallen en ook veel minder soorten. De meeste insecten die

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2016 | | pagina 12