Vogeltrek in Zeeuws-Vlaanderen 4 4 4 4 4 4 4 De vogeltrek, een jaarlijks terugkerend spektakel, gaat helaas aan veel mensen voorbij. Met dit stukje hoop ik de lezers te prikkelen om er dit najaar getuige van te zijn. Ik ga proberen enkele aspecten van de vogeltrek kort uiteen te zetten. Een aantal vogels, zoals de Gele Kwikstaart, de Koekoek en de Gierzwaluw, zijn inmid dels al weer uit ons land vertrokken naar warmere oorden. De belangrijkste reden waarom de vogels uit de broedgebieden weg trekken is de schaarste en bereikbaarheid van het voedsel. Het is dus puur een kwestie van overleven. In het voorjaar keren ze terug om te zorgen voor het nageslacht. half maart zijn er weinig insecten en zullen de insecteneters er nog niet zijn. Zo rond half maart kan je onder meer de Boeren zwaluw, Tjiftjaf en Fitis verwachten. Omdat de diverse vogels verspreid over een lan gere periode aankomen, zijn de aantallen getelde vogels in het voorjaar aanmerkelijk lager dan in het najaar als de trek zich in en kele weken tijd voltrekt. Zomertrek Wist je dat de vogeltrek het gehele jaar door loopt? In juni zou je het niet verwach ten, maar ook dan is er nog waarneembare trek van met name Steltlopers. Daarbij gaat dan om soorten als Witgatje, Groenpoot- ruiter, Oeverloper en Regenwulp. S E 1 O In hoofdlijnen kunnen we de vogels verdelen in twee hoofdgroepen. De eerste groep betreft de standvogels, de naam zegt het al, zij trekken niet en blijven ter plaatse of zwer ven over betrekkelijke korte afstanden rond. Voorbeelden daarvan zijn: Torenvalk, Win terkoning, Merel, Ekster, Huismus en Zwarte Kraai. Tot de andere groep behoren de trek vogels, zij verplaatsen zich jaarlijks van de broedgebieden naar de overwinteringsge- bieden. Een bijzondere groep binnen de trekvogels vormen de zomervogels die pas laat aankomen en ook al weer erg vroeg weg zijn, zoals de Wielewaal, Zomertortel, Bosrietzanger en de Gierzwaluw. Zo komen Gierzwaluwen pas eind april aan en zijn ze eind juli bijna allemaal al weer vertrokken. Dit betekent dat ze een relatief korte periode hebben om voor nageslacht te zorgen. Hard werken dus. -> 4 Voorjaarstrek Elke soort is afhankelijk van bepaald voedsel. Dit bepaalt ook in grote mate wanneer de vogels aankomen in de broedgebieden. Voor Najaarstrek De vogeltrek van enkele soorten, zoals Spreeuw, Vink, Graspieper en Zanglijster kan in het najaar zeer massaal zijn. Ook in het voorjaar komt dit voor. Zo trokken op 15-4-2003 op de telpost in Breskens 381.290 Graspiepers voorbij. De roodborstjes die je in de winter in je achtertuin ziet, zijn meestal ook trekvogels. De exemplaren die hier broe den, trekken in de winter naar zuidelijker oorden en de vogeltjes die wij in de winter zien, komen uit het hoge noorden of oosten. 2 De meeste trek vindt 's nachts plaats, daarom zien we er niet veel van. Het is echter wel goed hoorbaar. Tijdens heldere avonden in oktober kun je de trekroep van bijvoorbeeld de Koperwiek goed horen. Ook hoor je regel matig de harde roep van overtrekkende Blauwe Reigers die op die manier contact met elkaar houden. Vinken trekken vooral de eerste week van oktober massaal weg uit Nederland. In het voorjaar komen ze verspreid over een lange periode weer terug en is de trek nauwelijks waarneembaar. Eind 2010 was er ook massale trek van de Vink. Heel opvallend was dat we er hier in Zeeuws Vlaanderen niet veel van hebben meegekregen.Toen de aantallen, met name in het binnenland en oosten van Nederland hoog waren, moesten wij het doen met enkele honderden. De wind, die toen dagen lang uit het noorden bleef waaien, was een mogelijke oorzaak. Trek van Roofvogels is in het algemeen wat later op de dag waar te nemen, als het wat warmer wordt en er thermiek is. Lepelaars vertrekken vanaf half september uit Nederland. Afgelopen najaar hebben we op de telpost Margarethapolder op 17 september een topdag gehad met maar liefst 187 langstrekkende Lepelaars in drie uur tijd. Op de lijst van dagrecords voor heel Nederland staan we daarmee op de vierde plaats. Lepelaars verzamelen zich vanaf juli o.a. in Saeftinghe (vorig jaar 300-350) om daarna in september door te trekken. Sneeuwtrek Erzijn soorten die het vertrekzolang mogelijk uitstellen en op het moment dat het echt te bar wordt, dat is vooral na hevige sneeuwval, pas weg trekken. Voorbeelden daarvan zijn Wulpen, Kieviten, Veldleeuweriken, Krams vogels, Koperwieken en Ganzen. Let er eens op; als er in het najaar enkele dagen hevige sneeuwval is geweest en het voedsel daardoor niet meer bereikbaar is, dan trekken genoemde vogels massaal door. Tijdens de afgelopen twee koude winters was dit gedrag duidelijk waarneembaar. Telposten In Nederland worden het gehele jaar door tellingen uitgevoerd op telposten. Hierdoor krijgen we een steeds beter beeld van wanneer welke soorten in het voorjaar aankomen en in het najaar vertrekken. De telpost op Breskens aan de Panoramaweg, vlakbij de vuurtoren, is tot ver buiten Nederland bekend. Met name in het voorjaar zijn er dagen dat er meer dan honderd fanatieke vogelaars op de dijk staan om de vogeltrek te aanschouwen. Vooral de eerste week van mei is favoriet. Op die dagen, vooral als de wind oost is, worden regelmatig meer dan honderd ver schillende soorten waargenomen. Op onze telpost bij de Margarethapolder zijn de aantallen aanmerkelijk lager. We tellen elke zondag vanaf zonsopgang tot enkele uren daarna. Als u geïnteresseerd bent om een keertje mee te komen tellen, dan bent u van harte welkom. De telpost vindt u op de Scheldedijk tussen Terneuzen en de Griete. Websites Op onderstaande websites kunt u informatie vinden over de vogeltrek: www.trektellen.nl www.vogelbescherming.nl http://telpostmargarethapolder.jouwweb.nl Bert van Broekhoven TJ1 Pt P P c CD CD .3 Qj "o o. o -c O p> P P O) m P

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2011 | | pagina 5