eentje na, binnen één kompaskwadrant pas seerden, tussen zuid en zuidoost. Dat is niet de richting waarin je verwacht dat ze zouden vliegen. Putters vliegen vaak laag en heel dicht bij elkaar. Dat is op afstand al een eerste aanduiding. De karakteristieke roep en bonte verschijning bevestigen dan vaak de eerste indruk. KNEU Algemeen Deze bijzonder sympathieke vogel van het agrarisch kultuurlandschap heeft het niet on der de markt in ons getrivialiseerd eenheid slandschap. Bijna overal lopen de broedvoge- laantallen terug. In het Verenigd Koninkrijk bvb met 24% tussen 1994 en 2006 (Raven Noble 2007).. De Kneu (Carduelis cannabina) is een broedvogel van gans Europa, m.u.v. het noorden, oostelijk tot diep in Rusland, Klein-Azië en Noord-Afrika (Harrison1982). De vogels van bij ons zijn grotendeels trekvo gel. De najaarstrek begint in de tweede helft van september. Na eind oktober valt er nog weinig trek te noteren (Linnartz 2002). Te/post 502 Bij het bespreken van de cijfers dient er rekening te worden gehouden met het feit dat - alle telseizoenen samen - de telinspanning het hoogst was in augustus en het laagst in november (fig. 2). In de topjaren 1985 en 1990 was de telin spanning minder dan in de jaren erna. Pas vanaf 1991 was de jaarlijkse telinspanning 100 uur (fig. 3). De aantallen vogels in de jaren voordien zijn dus minimumcijfers. Toch is over de jaren heen een duidelijke daling van het jaarlijks aantal getelde vogels te zien (fig. 3). Al bij aanvang van het telseizoen, begin au gustus, worden Kneus gezien. Mogelijks zijn er dan al wat omzwervingen. Enkele flinke groepen in augustus 1985 maken het piekje uit in de tweede decade van augustus (fig. 4). De hoofdtrekperiode, dat is de periode tussen 10% en 90% van het aantal getelde vogels ligt tussen 20 augustus en eind oktober (fig. 4). De toptrekperiode, dit is de periode waarin de helft van de vogels passeert ligt tussen 20 september en 12 oktober. Een periode van een kleine twee weken wat toch erg kort is. De mediaan (helft van de vogels gepasseerd) ligt op 2 oktober. 250 200 150 100 50 0 Figuur 2 Seizoensspreiding van de waarnemingsinspanning (in teiuren) over de jaren 1984-2005 augustus september oktober november 24

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2008 | | pagina 26