De Groene Specht Picus viridus in Zeeuws-Vlaanderen
Door Henk Castelijns
Foto: Edward Neve
De aanleiding
In Nederland is het aantal broedparen van de
Groene Specht sinds de jaren zeventig van de
vorige eeuw gedaald van 6.000-7000 naar
4.500-5000 paren omstreeks 2000 (SOVON
2002). In diezelfde periode is in Zeeuws-
Vlaanderen het aantal broedparen sterk toe
genomen (Castelijns Poortvliet 2002). Voor
de vogelwerkgroepen van Duumpje en Stelt-
kluut was dat een reden om in 2003 een in
ventarisatie naar deze soort uit te voeren. In
deze bijdrage wordt daarvan verslag gedaan.
Methode
Voorafgaand aan het inventarisatieseizoen is
een instructie opgesteld. De belangrijkste
punten daaruit waren:
•drie bezoeken in de periode half maart tot 10
mei;
•een voorkeur voor bezoeken in de ochtend,
later op de dag mocht ook, maar dan met
geluidsnabootsing;
•voorkeur voor verplaatsing per fiets;
•bij keuze van de route rekening houden met
de potentiële broedplaatsen en deze bena
deren tot ten minste 500 meter;
•waarnemingen intekenen op een topgrafi
sche kaart met van 1 op 25:000 of gedetail
leerder;
•onderscheid maken tussen roepende en niet
roepende exemplaren en van vliegende vo
gels de richting intekenen;
•fusieafstand hanteren van 1000 m.
In de instructie werden de waarnemers ge
waarschuwd voor overschatting. Groene
Spechten hebben namelijk een groot territori
um waarin ze zich snel kunnen verplaatsen.
De instructie is uitvoerig besproken met de
waarnemers. Toch hebben niet alle waarne
mers deze nauwgezet gevolgd. Ook hebben
een aantal waarnemers het toegezegde ge
bied niet onderzocht (figuur 1).
Wat is de Groene Specht er voor eentje?
Als je het met niet-kenners over de Groene
Specht hebt, blijkt dat ze vaak denken dat hij
net als andere spechten roffelend het territori
um afbakent en op bomen naar voedsel
zoekt. Dat klopt niet! Groene Spechten roffe
len maar zelden en zoeken vooral op de
grond naar voedsel.
In Zeeuws-Vlaanderen foerageren ze bij voor
keur in weilandjes, grazige dijken, slootkan
ten, wegbermen, tuinen, boomgaarden en
bosjes. Hoogproductieve grasvelden, zoals bij
melkveehouders in gebruik, hebben de soort
weinig te bieden (eigen waarnemingen).