I
Op trek met Franklin
Plevieren en steltlopers deel II
Franklin L.L. TOMBEUR
Omdat er nog steeds behoefte is aan kennis
opbrengst ben ik in augustus en september
2007 met wat avondtellingen begonnen,
kwestie van een beter zicht te krijgen op de
avondlijke najaarstrek in onze streek. Veel
heeft het niet opgebracht, maar dit jaar hoop
ik dat te continueren. Wel wat vroeger; vanaf
juli. Ik vermoed dat er dan meer zal te noteren
zijn en ik hoop daarover in de toekomst nog te
mogen rapporteren.
Leuk is ook dat mijn nooit uitgesproken wens
dat mijn initiatief navolging zou krijgen er nu
toch gekomen is. Telpost Margarethapolder
ging dit jaar officieel van start. Alle succes en
mooie resultaten toegewenst.
Vier soorten "plevieren en steltlopers" die
veel voorkwamen tijdens de vroege ochtend
tellingen komen in deze artikelenreeks niet
aan bod. Het zijn de Kievit Vanellus vanel-
lus), de Watersnip Gallinago gallinago), de
Goudplevier (Pluvialis apricaria) en de Wulp
(Numenius arquata). Er zijn van die soorten
wel behoorlijk wat waarnemingen verzameld
maar ik durf vrijwel geen uitspraken doen over
het trekgebeuren. Kieviten en Goudplevieren
zijn vaak pleisterend en in flinke aantallen
waargenomen op de telpost. Maar als ze da
gen na elkaar op dezelfde plek te zien zijn,
zijn het dan nog die van de vorige dagen of
zijn het nieuwe passanten? Watersnippen zijn
in alle richtingen vliegend waargenomen maar
hoeveel maal waren het dezelfde vogels? De
Wulp staat bekend om zijn slaaptrek. In het
verleden, maar ook nu nog, waren er slaap
plaatsen o.m. rond Zuiddorpe, nabij de tel
post. Hoe vaak tel je dan elke morgen dezelf
de vogels? Voorlopig blijven deze gegevens
dus in de lade.
SCHOLEKSTER
Algemeen
De Scholekster Haematopus ostralegus) is
een broedvogel van heel wat kustgebieden op
deze planeet en ook van een flink deel van
Centraal-Azië (Voous 1960). De eigen Schol
eksters vertrekken na de broedtijd naar de
kustgebieden, hetzij de Wadden, hetzij de
Delta. De broedvogels van noordelijker gebie
den doen aan haasje-over-trek; zij overwinte
ren in Frankrijk, Spanje en Marokko (Bijlsma
et al. 2001 )./n juli-augustus worden de bin
nenlandse broedgebieden verlaten. De top
van deze vroege najaarstrek valt ieder jaar
begin augustus en betreft vooral vogels die
naar de kustgebieden trekken om te ruien
(Hustings 2002). Meer weten?
www.iaarvandescholekster.nl
Telpost 502
De Scholekster is een bijna jaarlijkse verschij
ning op de telpost, meestal maar met een of
enkele waarnemingen. Op een paar uitzonde
ringen na gaat het om 1 tot 3 vogels. Eenen
twintig waarnemingen vielen in augustus,
waarvan 19 vóór 18 augustus, en een nog op
7 september. 1995 vormde hierop een uitzon
dering. Toen werd één vogel genoteerd op 14
oktober en 5 bij elkaar op 5 november. Een
zelfde beeld vinden we ook in Canisvliet. Na
augustus is het wachten op december eer ze
weer opdagen in de polder.
BONTBEKPLEVIER
Algemeen
De Bontbekplevier (Charadrius hiaticulais
kustbroedvogel van de Oude Wereld en
Groenland. De soort verkiest open ruige bioto
pen als kwelders, toendra's, zand-en kiezel
stranden- en vlaktes, rivierbeddingen, etc. Het
is een taaie rakker die tot heel hoog noordelijk
19