Groene Spechten leven vooral van mieren, maar eten ook wormen, kevers, spinnen, in sectenlarven en ander kleine bodemdieren (Cramp 1985, Castelijns Poortvliet 2002). Ze worden uit de bodem gehaald met een tong die tot tien cm buiten de snavel kan! Het is een uitstekend gereedschap om snel veel mieren naar binnen te werken. De Groene Specht is een standvogel en zoekt vooral op de grond naar voedsel. Ze zijn daar door vorst- en sneeuwgevoelig en komen daarom in Europa vooral op plaatsen voor waar de winters mild zijn: het zuiden en het westen. Meer naar het noorden en oosten toe, waar de winters veel kouder zijn en vaak veel sneeuw ligt, ontbreekt de soort of is er schaars (Cramp 1985, Hagemeijer Blair 1997). Groene Spechten hebben niet zo'n sterke snavel. Daarom hakken ze het nesthol uit in zachthout of in bomen waarvan het hout is aangetast (Cramp 1985). Het territorium wordt niet door roffelen afgeba kend, maar door een kenmerkende luide roep die aan lachen doet denken. broedparen. Het aantal voor dat jaar wordt geschat op 250-270 (circa 90 in West, 31 in Midden en circa 140 in Oost). Dat is een forse toename ten opzichte van 1982 toen het nog maar om 12 16 paren ging (Buise Tom- beur 1988). In Midden Zeeuws-Vlaanderen wordt het aan tal broedparen van de Groene Specht sinds 1981 gevolgd (figuur 2). In de periode 1981- 1996 nam daar het aantal broedparen toe van 1 tot 28. In de winter van 1996/97 vroor het onafgebroken van 21 december tot 11 januari (http://www.-knmi.nl). Daar houden Groene Spechten niet van, met als gevolg een terug val van 28 naar 10 broedparen in 1997. Om dat er daarna geen koude winters meer zijn geweest en er in het landschap geen belang rijke veranderingen hebben plaatsgevonden, is het aantal broedparen weer snel toegeno men tot 43 48 in 2007 2008 (figuur 2). In vergelijking met 2003 is dat een toename van 30 55 Als deze toename representatief is voor heel Zeeuws-Vlaanderen, en er is geen reden om daar aan te twijfelen (zie ver derop), betekent dit dat de tegenwoordige populatie circa 380-420 broedparen bedraagt. Aantal broedparen In figuur 1 wordt een overzicht gegeven van de 227 in het voorjaar van 2003 vastgestelde Dichtheden Om aantallen broedparen met andere gebie- West Oost Midden Figuur 1: Verspreiding van de Groene Specht in Zeeuws-Vlaanderen in 2003. Elke stip staat voor een broedpaar. Midden Zeeuws-Vlaanderen is licht grijs gemerkt en volledig onderzocht. In West en Oost Zeeuws-Vlaanderen zijn de niet of onvolledig onderzochte gebieden grijs gemerkt.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2008 | | pagina 10