I
ming met onze verwachtingen. Een niet
meteen herkenbare vondst deed Jaap in de
vegetatie van een haast kaal gekapt perceel
met grove den, waar inmiddels wat spontane
bosontwikkeling gaande was. Het bleken twee
piepkleine tuinslakken te zijn, ze kropen op de
kamperfoelie. Veel nieuwe vondsten werden
er niet gedaan. Een jonge glansslak, waar
Jaap ook nog mee kwam, kon niet op soort
gedetermineerd worden. Verderop bij een
zijpad was een ijl bos met onder andere spar
ren en berken. De graslaag was plaatselijk
dicht, we herkenden daarin gewoon struis
gras, een soort van tamelijk voedselarme,
droge gronden. Onder een afgezaagd stuk
hout van een spar vond ik een langwerpige
barnsteenslak, helemaal geen soort voor dit
ogenschijnlijk droge milieu. Onder dat hout
blijft het natuurlijk wel vochtig, mede omdat
het onderliggende strooisel het regenwater
goed vasthoudtNa deze nieuwe vondst be
sloten we eens langs een waterinfiltratieka-
naal te gaan kijken. Lopend langs het bospad
vielen ons in de berm het fioringras, engels
raaigras en ook de valse salie op; heel gewo
ne soorten uit sterk verschillende milieus met
betrekking tot de aanwezigheid van voedings
stoffen en vocht.
Kanaal
Het woord 'kanaal' schept misschien een ver
keerde indruk van wat we werkelijk tegenkwa
men. Er was inderdaad een gegraven goot,
maar met zeer ondiep water. Jaap liep er met
zijn laarzen door als een grote steltloper, het
oppervlak was bedekt met klein kroos. Met
een keukenzeef werd een vispoging ge
waagd. Bij het uitzoeken van het materiaal
was er onder de waterplanten ook nog een
waterranonkel en het levermos watervorkje te
herkennen. Dat duidde op een redelijke tot
goede waterkwaliteit. We zaten midden in het
bos; door het overhangende hout was er nau
welijks een oeverbegroeiing ontwikkeld. Het
blauw glidkruid deed het plaatselijk goed. We
hadden het vermoeden dat het waterpeil fluc
tueerde, mede omdat het glidkruid over een
brede zone op het talud voorkwam. Het kroos
hield zich echter netjes aan het bestaande
waterpeil, zonder kwijnende resten op de kant
vanuit een situatie met een hogere water
stand. De vispogingen van Jaap leverden vier
soorten op: puntige blaashoren, ovale poel
slak, gewone schijfhoren en geronde schijfho
ren. Enkel de laatste was in groot aantal aan
wezig.
Barry onderzocht ook hier de gevallen takken
en kwam tot een leuke vondst. Een lange tak,
die niet dikker was dan tien centimeter, was
rijk bezet met korfslakjes. Een paar slakjes
werden meegenomen en bleken tot de ge
streepte korfslak te behoren. Dat was een
nieuwe soort voor de werkgroep, nooit eerder
gevonden! De tak lag hoog op de oever, in het
schrale gras onder geboomte. Ik heb nabij die
plek strooisel verzameld, hopende nog meer
korfslakjes te zien. Dat was vooral in de zone
met blauw glidkruid. Daar zat echter slechts
één korfslak in, en wel de dwerg-korfslak.
Naast reeds bekende soorten waren er ook
nog behaarde slak, plompe dwergslak, dwerg
puntje en donkere glimslak.
Al wandelend
Na deze ervaringen hebben we al wandelend
in het gebied zo hier en daar wat langs de
bospaden gekeken. Onder verspreid liggende,
grote stukken hout werden nog grote aard
slak, egelslak en glanzende agaathoren ge
vonden. Soms zomaar een enkel exemplaar,
waarbij je je dan afvraagt hoe zo'n slak ooit
een partner kan tegenkomen. Natuurlijk heb
ben we dan niet het volledige beeld van zo'n
plek en zitten de soortgenoten vast nog er
gens verscholen. Een plek met een voedselrij
ker karakter bood nieuwe mogelijkheden. Hier
groeide vlier, grote brandnetel en look zonder
look. In het snel verzamelde strooiselmonster
bleken veel exemplaren van de glanzende
agaathoren, langwerpige barnsteenslak en
geribde jachthorenslak te zitten. Hier kwam
ook de enige gevlekte akkerslak van onze
inventarisatie voor.
Teruggekomen op de parkeerplaats deed
Jaap de laatste vondst. Onder een wegge
smeten plastic bakje zat een fraaie grote
aardslak. De voormalige eigenaar van het
bakje kon niet vermoeden dat hij de natuur
een dienst bewees door het achteloos weg te
werpen!
11