Telpost 502
Er ligt precies één waarneming voor en dan
nog eentje van lang geleden, met name een
roepende passerende vogel op 15 augustus
1984 tussen 07:15 en 07:30.
Telpost 502
Er is één waarneming van een groepje van 7
vogels in het eerste kwartier na zonsopgang.
REGENWULP
GRUTTO
Algemeen
De Grutto (Limosa limosa) komt voor in een
verbrokkelde strook vanaf Nederland tot aan
de Stille Oceaan. Het is een soort van (vaak)
vochtige heide, steppen en weiden. Overwin
tering vindt plaats in subtropische en tropi
sche streken van Afrika, Azië en Australië
(Voous 1960).
Wegtrek van (eigen) broedvogels speelt zich
af van begin juni tot eind augustus met het
maximum eind juni/begin juli. Dan is vooral in
Laag-Nederland wat dagtrek te zien (Bijlsma
et al. 2001). Volgens van Gasteren (2002) zijn
eind augustus vrijwel alle Grutto's uit Neder
land vertrokken. De Grutto's die we daarna -
soms nog tot in januari - nog enkel in de Delta
(Westerschelde) aantreffen betreft de IJsland
se ondersoort. Die houden zich steeds buiten
dijks op.
Telpost 502
Op 4 augustus 1991 passeerde één roepende
vogel.
KEMPHAAN
Algemeen
De Kemphaan (Philomachus pugnax) is
broedvogel in de noordelijke delen van Euro
pa en Azië. Het is een soort van open natte
verlandingsgebieden zoals toendra's en moe
rassen (Voous 1960). Deze langeaf-
standstrekker overwintert in West- en Oost-
Afrika (OAG Münster 1998). Na een maximum
eind eind juni/begin juli neemt de trek tot eind
september af, om op een laag pitje tot in de
cember aan te houden (Vogelzang 2002a).
De soort is op de najaarstrek gebonden aan
slaap- en pleisterplaatsen die vaak wisselen
afhankelijk van waterstanden en weersom
standigheden zodat van dagtrek nauwelijks
sprake is.
Algemeen
Binnen Europa is de Regenwulp (Numenius
phaeopus) een broedvogel van IJsland, Skan-
dinavië, de Baltische staten en Rusland die
overwintert in de subtropen (Voous 1960). De
najaarstrek begint eind juni of begin juli en is
half september grotendeels voorbij; de piek
valt eind juli en in de eerste helft van augustus
(Bijlsma et al.2001Volgens Vogelzang
(2002b) worden de meeste trekkers gezien in
een NO-ZW verlopende baan dwars door
Nederland. Die baan valt evenwel net ten
oosten van Zeeuws-Vlaanderen.
In de tweede helft van de jaren zeventig van
de vorige eeuw is in Nederland en België on
derzoek verricht naar het voorkomen van de
Regenwulp (van Dijk et al. 1977, van Dijk
1979) waarbij werd geponeerd dat in het bin
nenland vaak groepen van 100-den tot 1000-
den werden genoteerd
Telpost 502
Tegen alle verwachtingen in zijn weinig
tekkende Regenwulpen waargenomen:
7 september 1985 3 vogels
13 september 1985 5 vogels (ZZO)
Dit zijn data aan de late kant. Een tussenlig
gende telling op 11 september 1985 leverde
niks op.
13 augustus 1990 1 vogel. Tellingen op 11,12
en 14 augustus 1990 leverden niks op
1 augustus 1999 1 vogel (WNW). Tellingen op
2 en 3 augustus 1999 leverden niks op
Misschien dat avondtellingen een ander beeld
opleveren want in het najaar ligt het accent
duidelijk in de avonduren (Vogelzang 200a).
ZWARTE RUITER
Algemeen
De Zwarte Ruiter (Tringa erythropus) is een
broedvogel van de heide en open bosgebied
in een vrij smalle strook vanaf Fenno-
Scandinavië tot bijna het uiterste oosten van
16