Op trek met Franklin Uitschieters 2 Door: Franklin L.L. TOMBEUR Morinelplevier De Morinelplevier (Charadrius morinellus) is een schaarse verschijning in Nederland (LWVT/SOVON 2002). Deze verwant van de Kievit (Vanellus vanellus) broedt op de toendra in de boomloze hoger gelegen vlaktes van Schotland, Noorwegen, Zweden, Finland, Siberië en Mongolië (Hagemijer Blair 1997). De overwinteringsgebieden - eveneens boomloos -zijn be perkt tot een aantal zones tussen Marokko en de Perzische Golf. Mogelijks gebeurt die verplaat sing in éénmaal, en is dat de reden waarom de soort zo schaars is op trek. In Nederland gaat het meestal om enkelingen of een paar vogels bijeen, maar grotere groepen worden ook gesigna leerd. De dagrecords op de telposten zijn laag :5 vogels op 20 augustus 2007 Balloërveld, 4 vo gels op 12 augustus 2000 Culemborg en 7 vogels op 21 september 2003 Zoetermeer. In Zeeuws- Vlaanderen is de soort zeer zeldzaam (Buise Tombeur 1988). Soms zijn de groepjes wat groter bij nazicht op www.waarneming.nl. Op 29 augustus 1998 - de goeie periode - passeerde een plevierachtige vogel op weg naar het zuidwesten. Het was zeker geen Goudplevier (Pluvialis apricaria), waarvan er die morgen al twee waren gepasseerd en waarvan ik het vliegbeeld en roep goed ken. Het vliegbeeld en de grootte deden denken aan een Goudplevier maar de roep was mij onbekend. Toch moest het een plevier zijn daarvan was ik overtuigd. Thuis gekomen heb ik de opnames beluisterd van Roché (1990) en kwam direkt uit bij de Morinelplevier. Het is een beetje een mengeling van Goudplevier, Strand- plevier (Charadrius alexandrinus) en Scholekster (Haematopus ostralegus). De vogel zag ik rond 07:45 in het zesde kwartier tegen een vrij bewolkte hemel. Onderaan was ie bleek gekleurd en verder vrijwel zonder tekening. Mogelijks ging het om een juveniele vogel (Hayman et al. 1986). De waarnemingsduur was erg kort. Toch vreemd dat zo'n vrij talrijke pleviersoort uit het noorden hier zo zelden wordt gezien. Dus ben ik toch ietsje verder gaan kijken. In Frankijk - dat dus op de trekroute ligt - is de soort even eens schaars. Maar een telling speciaal voor deze soort in het voorjaar van 2004 en 2005 leverde meer waarnemingen op dan verwacht (Morazé Lapous 2005). In het najaar werden er in Frank rijk tussen 1998 en 2002 gemiddeld jaarlijks 250 vogels gezien. In de herfst van 2003 bedroeg het totaal echter 1085 vogels (Legendre 2004). Hoewel hij voor deze uitschieter een aantal moge lijke reden opgeeft die er hier verder niet toe doen wijst hij nog op volgende zaken die een verkla ring kunnen bieden voor de geringe aantallen tijdens de najaarstrek: De Morinelplevier is een zeer diskrete soort die ontsnapt aan de aandacht van de meeste waar nemers. Hij is trouwens vaak te vinden in milieus die waarnemers meestal links laten liggen, we gens weinig te beleven. Het is ook een soort die voor zijn verblijf tijdens de trek biotopen verkiest waarvan de beschikbare oppervlakte miljoenen hectares bedraagt, keuze genoeg dus. En dan wordt het zoeken naar de speld in de hooiberg. De soort zit dan met name op wat hoger gelegen zich tot de horizont uit strekkend bouwland. Daar zijn ze inderdaad maar te vinden door de echte die-hards onder de vogelaars. Dat soort landschap is trouwens in Nederland nog nauwelijks aanwezig. In Scandina-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2008 | | pagina 17