1F1-
EXCURSIES IN RETROSPECTIEF (2)
In het kader van het Steltkluut jubileum werden vorig jaar een aantal excursies
gehouden onder de titel: excursies in retrospectief. Wandelingen van soms 30
jaar geleden werden nu op dezelfde plaats en dezelfde tijd nog eens gelopen. Vo
gels werden geteld en opgeschreven. Verslagen en vergelijkingen werden ge
maakt.
Door: Peter Maas
Dit keer een lange lijst met vogels. Weinig
smeuige verhalen, alleen maar een lange
tabel met getallen. Wat al deze cijfers waard
zijn is de vraag. Het betreft twee excursies die
bij elkaar zijn gezet en die worden vergeleken
met ongeveer dezelfde excursies van begin
jaren zeventig. Het was een tijd waarop ikzelf
werkelijk geen enkele excursie mistte (ook het
blad van de Steltkluut werd, zodra het in de
bus viel, tot op de laatste letter uitgeplozen).
Dus de excursie aan de Braakman moet heb
ben meegemaakt en ook aan het Hellegat
was ik erbij. Kijkt u eens rustig door deze hele
lijst heen. Links ziet u de vogels die in de
Braakman gezien zijn. Rechts die van het
Hellegat.
De cijfers lenen zich bijzonder goed voor aller
lei speculaties. Anders gezegd: we moeten
erg terughoudend zijn in het gebruiken van
deze cijfers. Ze zijn noch statistisch, noch
wetenschappelijk te gebruiken omdat te tel-
methoden teveel verschillend zijn. Het meest
opvallend is dit in de cijfers van de Braakman.
De excursies uit de jaren '70 waren wandelin
gen door het gebied waarbij naar vogels werd
gekeken. Ook toen al was duidelijk dat het
belangrijk was om zoveel mogelijk te noteren.
Marc Buise was wat dat betreft een echte
trendsetter. Dus braaf werd alles genoteerd
wat toevallig langs kwam vliegen of wat er
gens in het riet werd gehoord. De gebieden
waren nog relatief onbekend. Maar in 2007
loopt Henk Castelijns aan de leiding van de
excursie en hij kent het gebied nog veel beter
dan zijn eigen broekzak. Zijn opdracht ziet hij
nu vooral als het noteren van alle vogels die
in het gebied voorkomen. Daarbij heeft hij een
onnoemelijke ervaring en weet bijna van te
voren al wat er op zijn lijst zal komen te staan.
Bovendien heeft de man een verrekijker rond
de nek van een kwaliteit die 35 jaar geleden
ondenkbaar was en loopt met een tele
scoop over de schouder die zelfs nog een
winterkoninkje aan de overkant van de kreek
kan ontwaren.
Dus de cijfers zeggen niet zoveel. Tel je alles
braaf op, dan zul je zien dat in de Braakman
maximaal 1.093 vogels werden geteld in de
jaren '70, maar in '07 waren dat er maar liefst
5.716. We zullen dat maar gewoon het 'Henk-
effect' noemen. Het Hellegat telde 5.009 vo
gels in '76 en maar 1.257 in'06. Ook het
aantal soorten veranderde. Maximaal 48 soor
ten in de Braakman in jaren '70 naar 87 soor
ten in '07. Al deze cijfers kunnen gezien de
verschillende telmethoden wat mij betreft
rechtstreeks de prullenbak in!
Vertellen deze lijsten dan helemaal niks?
Toch wel. Er zijn een aantal opvallende soor
ten verdwenen of juist nieuw gekomen. Zo is
de bonte kraai natuurlijk uit ons landschaps
beeld verdwenen. Ook beduidend minder
werden gezien frater, kramsvogel, matkop,
pijlstaart, roek, veldleeuwerik en wilde zwaan.
Over de oorzaak van deze achteruitgang zul
len we in dit verband maar helemaal niet spe
culeren. Ligt de oorzaak in ons veranderend
landschap? In een verandering in het winter-
gebied of juist het zomerverblijf? Welke rol
speelt het klimaat hierin? Of heeft bijvoor
beeld de bonte kraai gewoon geen zin meer
om in de wintermaanden helemaal naar het
westen door te vliegen?
Tegenover deze acheruiitgang lijkt er echter
een massalere toename te constateren. Aal
scholvers op de Braakmankreek bijvoorbeeld.
16