Deltalandschap
Natuur en landschap van Zuidwest Nederland in historisch perspectief.
Onder deze titel verscheen kortgeleden een indrukwekkend boek, uitgegeven door Het Zeeuwse
Landschap. Het is een boek waar je wel eventjes voor moet gaan zitten. Zes hoofdstukken belich
ten vanuit diverse invalshoeken de ontwikkeling en betekenis van het Deltagebied. Het zijn dege
lijk geschreven en lezenswaardige stukken, prettig afgewisseld met doorgaans heldere illustra
ties. Al lezende word je al snel gewaar hoe uniek ons landschap eigenlijk is, zelfs in internationale
context. Wie dit leest raakt vanzelf overtuigd van de noodzaak, om hetgeen ons nog rest goed te
beschermen.
Het boek begint met de geologische ontstaansgeschiedenis van de delta. Daarna volgen hoofd
stukken over de inpolderinggeschiedenis, landverliezen en verdronken dorpen, historisch landge
bruik, en de recente landschappelijke ontwikkelingen (vanaf 1940). Maar onze grootste interesse
gaat toch uit naar het laatste hoofdstuk, de natuur in nationaal en internationaal perspectief. Hier
voor worden drie invalshoeken genomen: de biogeografische, de landschapsecologische en de
biodiversiteit.
De biogeografische beschrijft de delta als een knooppunt waar planten en dieren vanuit verschil
lende regio's elkaar ontmoeten: respectievelijk de noordelijken en zuidelijken, en de aan rivier of
aan zee gebonden soorten. Een dergelijke delta moet wel erg soortenrijk zijn. Dat de zuidelijken
daarbij als Atlantische soorten opgevoerd worden vind ik niet zo handig. Dat schept toch wat ver
warring met de mariene soorten. Het deel over landschapsecologie beschrijft de verschillende
biotopen. We vinden er bv. ook een beschrijving van het Vlaamse district, het dekzandgebied
zuidelijk van Hulst. De hier genoemde planten gagel en dopheide zijn al van lang vervlogen tij
den. De opgevoerde vinpootsalamander heeft hier weliswaar dichtbij enkele populaties, maar is in
het Zeeuwse deel niet aangetroffen. Het hoofdstuk over biodiversiteit is vooral gevuld met tabel
len, met daarin de Rode lijstsoorten van nationale betekenis, de vogelrichtlijnsoorten en de 1%-
norm soorten. De tabel habitatrichtlijnsoorten bevat overigens niet de bijlage 4 en 5 soorten. Dat
zou eigenlijk wel handig zijn geweest, omdat dan alle Zeeuwse habitatrichtlijnsoorten ergens bij
elkaar hadden gestaan.
In die tabellen vallen wat hiaten op. Lang alles is nog niet bekend, er blijft voor de enthousiastelin
gen nog genoeg over om te onderzoeken. Maar er zijn blijkbaar ook enkele "administratieve" on
volkomenheden. In de tabel habitatrichtlijnsoorten worden bijvoorbeeld Zeeprik en Rivierprik als
belangrijk aangeduid, maar in de Provinciale Rode lijsttabel (minstens 25% van de populatie in
Zeeland) worden beide soorten voor Zeeland niet eens genoemd. Verbazingwekkend dat de vo
gelsoort waarover we hier ons zowat het meeste zorgen maken, namelijk de grutto, niet in de
tabellen te vinden is.
Het boek is een echt naslagwerk geworden, waar de in geologie, historie, landschap en natuur
geïnteresseerde vaak naar terug zal grijpen.
Lucien Calle.