Nu we er een aantal jaren wonen, weten we dat we goed moeten uitkijken en hebben we meer dere plekken gecreëerd om de salamanders en andere diertjes en insecten een rustig en vorst- vrije overwinteringplaats te geven. Dus nu liggen er hier en daar hoopjes puin in de grond zonder dat men er iets van ziet. Omdat er oftewel grote stenen op liggen, of grond over heen ligt. Dat is natuurlijk wel mooi, want als er mensen op be zoek komen dan zien ze alleen een verhoging of een paar grote creatief gestapelde stenen lig gen. Deze plekken zijn ook gemaakt omdat je de tuin wel eens opruimt en daardoor vaak schoner maakt. Juist de ruimte die je dan wilt verande ren of opruimen zijn vaak de plaatsen waar zich vele diertjes ophouden. Onderzoekje Dat er veel salamanders zich in tuin ophouden bleek uit een inventarisatie. Met hulp van vrien din en zus zijn we in een van de vijvertjes aan het scheppen gegaan. We hebben toen zo'n 56 volwassenen en larven van de Kleine watersala mander uit het vijvertje gehaald. Voor een vijver tje met slechts een wateroppervlak van een klei ne vierkante meter en nog geen 50 centimeter diep is dat toch een aardig aantal. Leerles In het eerste jaar dat we er woonden kwamen er veel familie, vrienden en kennissen op bezoek. Ze kwamen het resultaat van al dat geknutsel eens bekijken. De meeste waren ook direct en thousiast, als we vertelden over de vele sala manders in de vijvertjes. Ze begrepen vaak niet waarom we geen visjes er in hielden, maar goed. Vaak wilden ze er dan ook graag meene men om in de eigen tuin uit te zetten. Vaak draaide ik dan wat om die vraag wat heen, want ja het zijn toch goede bekenden. Maar één keer kon ik er dan toch niet onderuit en om niet gierig over te willen komen gaf ik dan toe en zeiden we dat ze er wel een paar mochten meenemen. Dus glazen pot pakken en vissen maar. Een maal drie beestjes gevangen vond ik het wel al voldoende. Toen we door de vergrotende wer king van de ronde onderkant van de glazenpot nog beter konden zien hoe mooi deze diertjes waren, had ik al spijt dat ik er aan begonnen was. Dit werd nog eens versterkt door een ande re gast die op bezoek was. Deze gaf namelijk met vuurspuwende ogen aan dat het verboden was om met deze diertjes rond te zeulen. Dit was dus de eerste en tevens laatste keer. Een half jaartje later gingen we op bezoek bij deze mensen. Ze hadden ook de tuin in het na jaar flink onderhanden genomen. Vol trots ver telden ze dat ze nog een salamander in de tuin waren tegengekomen tijdens de werkzaamhe den. Gelukkig waren de diertjes goed aangeko men. Eerst foto's kijken van voor en na de meta morfose van de tuin. Eenmaal buiten om hun tuintje in het echt te bewonderen zag ik wat de foto's me al duidelijk hadden gemaakt. Aan de achterzijde van het huis was alles volledig be straat met trottoirtegels en verder alles verhard met een gelig grind en onkruiddoek eronder. En inderdaad tussen de kiezels lag ook nog een vijvertje. Visloos dat wel, want de reiger was een aantal malen op bezoek geweest. Dus in deze klinisch schone tuin zullen ze de beestjes dan ook niet lang meer aantreffen. Je kunt in vele gevallen mensen dan nog wel aanmoedigen om bepaalde maatregelen te tref fen voor het bevorderen van wat dierenleven (hoe wel ik zelf zeker geen expert ben). Maar in dit geval was het hopeloos. Door dit architecto nische hoogstandje van tuinaanleg heb ik het maar gehouden op 'enthousiast overkomen'. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2003 | | pagina 17