het ontbreekt aan planten waar de vlinders eitjes op af kunnen zetten. Daarom worden er op de speciale vlinderranden naast planten die aantrekkelijk zijn voor vlinders ook planten waar de vlinders de eitjes op af kunnen zetten ingezaaid. Patrijzenrand Zeeland is een belangrijk bolwerk voor de sterk afnemende patrijzenpopulatie. Een belangrijke ontbrekende schakel in de cyclus van de Patrijs is, het beperkt geschikte opgroeigebied voor de kuikens. De kuikens leven de eerste weken van kleine op de grond levende insekten. In de dicht ingezaaide bloemenranden kunnen ze deze onvoldoende vinden. Een deel van de akkerrand wordt daarom jaarlijks braak gelegd. Hierop verschijnen dan de meeste insekten die de kuikens gemakkelijk kunnen vinden. Een ander deel van de akkerrand wordt ingericht als foerageergebied en broedgebied voor de volwassen vogels. Zeldzame muizenrand De Veldspitsmuis en de Ondergrondse woelmuis komen voor langs extensief beheerde dijken en bermen. Door hier een akkerrand langs te leggen of op aan te laten sluiten en door de akkerrand te laten verruigen, kunnen verbindingszone's tussen verschillende gebieden worden gemaakt. De Noordse Woelmuis komt voor op akkerranden op Schouwen. Deze dienen te liggen op natte stukken. Akkerflorarand Zeeland is van oudsher een provincie die zeer belangrijk is voor akkerflora. Helaas is van deze populaties momenteel niet veel meer over. Daarom zijn een viertal akkerflorapakketten (Stoppel leeuwebekjes-, Spiegel klokjes-, Akkerandoorn- en Korenslapakket) ontwikkeld. Deze kunnen worden toegepast in gewassen met hakvruchten of granen. De zaaidichtheid op de akkerflorarand is de helft van wat men in de reguliere landbouw gebruikt, de overige bewerkingen zijn extensief. Naast de genoemde zeldzame soorten zullen ook andere minder algemene soorten profiteren. Inmiddels is een interimrapport opgesteld dat getoetst is door Alterra. In december 2003 wordt het eindrapport afgeleverd. De resultaten worden gebruikt bij de evaluatie van Programma Beheer. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2003 | | pagina 19